Posts tonen met het label tuin. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tuin. Alle posts tonen

zondag 1 juni 2014

Open (voor-)tuin

We zijn er nog niet echt klaar voor... voor een echte Open Tuin Dag.
Onze achtertuin is grotendeels onwerkbaar wegens zeer kleiige grond, reusachtige bomen die we zelf niet kunnen snoeien en andere structurele problemen zoals een plompverloren schuur die niet echt aantrekkelijk oogt en behoorlijk wat rommel. Wel een fijne speeltuin met klimrekken, schommels, glijbanen, de speelcabane , kippen, fruitbomen.
Maar de voortuin die lijkt al wel op een tuin, waar we dan ook meestal vertoeven, hierbij een inkijkje:

































maandag 24 juni 2013

Zomer - betonwerken en 'mijn' tuinbank.

De zomer is begonnen, is het niet in de temperaturen, dan toch in onze gedachten.
Toetsen voorbij en er passeert al eens een verlanglijstje met activiteiten voor deze vakantie, vol spellingfouten en onrealistische dromen.
De reisplannen zitten wat vast bij mijn teergeliefde die zoals elk jaar twijfelt tot we bijna moeten vertrekken.
Wat de tuin betreft beperkt de kleurenpracht zich voorlopig tot vijftig tinten groen. Vandaar de drang misschien om een handje te helpen met kleur in de tuin brengen. Zoals vandaag: betonwerken. Als ik had geweten hoe eenvoudig en prettig werken het was, ik was er al vroeger aan begonnen.
Hierbij al enkele bescheiden werkjes, stapstenen, een bloempothand, vlinderbadjes (in de vorm van klaprozen op hoge stelen) en terwijl we toch wat foto's posten: ik ben de eigenaar van een tuinbank à la carte. De lange bank waar ik van droomde, in elkaar gestoken door mijn zeer sympathieke buurman. x x x






dinsdag 28 mei 2013

Het labyrint voor nieuwsgierige kindervingers in onze tuin.


Vingerlabyrint,
waar koning Zon regeert, waar-
om uitweg zoeken?





Onder de bedwelmende bloesem van de blauwe regen staat op een kleine helling dit labyrint in de rustige kant van onze tuin. Het is zo rustgevend als zand vegen, grind harken of plaatjes kleuren. Surfen op fysiek niet onprettige ervaringen terwijl je gedachten vleugels kunnen krijgen.

Helling roept: Hoger!
Maar ik ga in cirkels, krijg
hoogte van mezelf.

Als ik geweten had dat het zoveel plezier en 'lummel'-tijd bracht voor de kinderen, had ik het er al veel eerder gezet. Want lummeltijd is echt een sterk onderschat onderdeel van de kindertijd. 

Hoe en wanneer kunnen ze anders leren dromen en vooral creatief denken?




donderdag 4 oktober 2012

Dierendag - de vroege start

Beau is veertien weken oud en net zoals Wikipedia stelt, is hij deze morgen beginnen kraaien. Net op dierendag.

't Was nog immens vroeg en de lucht was ijl en fris, donkerblauw aan de ene kant van de nacht en in het oosten een beetje lichtend. Het was net gestopt met regenen en er was buiten alleen het geluid van dikke druppels die nog uit de bomen vielen. Wat ik kwam doen in de tuin op dat extreem vroege uur weet ik niet meer, schoenen onder de trampoline of mijn schaar in de moestuin zoeken, zoiets. Ik merkte Beau op in de donkere tuin doordat hij nogal opvalt met zijn witte veren. Hij kwam op me af gelopen en in zijn enthousiasme slaakte hij een schorre kreet waarvan hij zelf een meter opzij sprong van 't schrikken. Daarna balkte hij nog eens extreem schor en houterig want kraaien zoals een geoefende haan dat doet kon je dit nog niet noemen. Het klonk als een ijzeren schuurpoort die over een kasseien pad getrokken werd. Beau sprong weer met veel gefladder en een verwilderde blik in zijn ogen op. De kippen en eenden die ondertussen ook kwamen kijken, leken wat verward dat dat allerkleinste haantje, een maand geleden nog een kuiken, zo'n afschuwelijk geluid voortbracht.

Beau waagde het nog een derde keer alhoewel ik me afvraag of hij het bewust waagde of dat het een hormonaal in gang gezette oerspasme was omdat de dag aanbrak. Hij schrok alweer zo erg van zichzelf dat hij ging schuilen in de hazelaar en er niet meer uitkwam. Belle daarentegen die Beau al de hele tijd gade sloeg en steeds maar dichter bij hem was komen staan, stond te gloriëren als was zij het die gekraaid had en niet haar Beau, en dat deed ze nog steeds wanneer Beau zich al lang verschanst had.


donderdag 27 september 2012

Steen


We hebben een border in de voortuin, vijf op vijftien meter. Ongelooflijk dichtgegroeid met grote planten van het goedkope, woekerende soort.

Het was duidelijk maar onbegrijpelijk dat de vorige bewoners hier snel en voor weinig geld een groene buffer wilden tussen hun huis en de mooie velden aan de overkant van onze wegel. Een stuk tuin dat allesbehalve interessant was. Het stond als een groene muur voor je en je vermoedde niet eens wat er allemaal gebeurde middenin. Niet veel bleek toen ik met een machete een pad hakte in de wildernis. Een opeenvolging van hibiscus, forsythia, bamboe en cornus. Voor de tuinleek: grote planten met wilde scheuten, een massa groene bladeren en geen of een korte bloeiperiode.
 
Maar wel de ideale achtergrond voor de collectie beelden die nog niet echt een vaste plek hebben gekregen in onze tuin. Onder andere van Bettina de Bruyne, Charlotte Dupuis, (mezelf)… Gewoon tussen de planten plaatsen is niet echt een optie want dan is de boel binnen het jaar overgroeid met al dat groen geweld. Maar ik droom toevallig al een tijdje semi-hardop van een verborgen terrasje om te lezen of te schrijven voor mezelf of voor de kinderen om wat afgezonderd te kunnen studeren (hahaha) of spelen. Dit leek me de ideale plek voor het plan.

Tegen het tuinhek lag nog een ton betonklinkers die pas volgend jaar gelegd zullen worden op weer een heel ander plekje in de tuin. Ze moeten weg want het tuinhek kan niet open of dicht en het maakt de plek om te parkeren nogal smal. Opstapelen tegen de muur van ons huis is misschien wel diervriendelijk maar niet zo huisvriendelijk en van de nood maakte ik een deugd. Ik legde het pad dat ik gehakt had in het groen vol met de betonklinkers.

Het pad leidt naar een buxus die er wat plompverloren stond, helemaal overgroeid met dat ander groen geweld. De buxus heb ik gesnoeid in een bol en daarachter ligt nu een plekje met een tafel en een stoel. Langs het pad staan de kunstwerken.
Het pad zelf is mijn eigen - knipoog - installatie. Het toont dat waar een wil is, er een weg komt maar dat een vrouw zo zonder straatleggers-kennis toch alleen maar in staat is een hobbelig parcours neer te leggen. Dat vrouwen sterk zijn maar niet alles alleen kunnen. Vandaar; baby's, liefde, hoop en verlangen, een man, vriendinnen... Er zit een thema in deze kleine beeldentuin.

Een ton klinkers, zesentwintig kruiwagens. Ik heb elke betonklinker tweemaal in mijn handen gehad. In afwachting van de terraslegger volgend jaar laat ik het nu zo liggen en ondertussen kan mijn teergeliefde eraan wennen en meedenken hoe we het pad volgend jaar opvullen. Een graspad? Een zacht verend mulchpad? Grind? Voorlopig is hij nog steeds voorstander van de groene wildernis die het was. Ik droom al van de volgende stap, een doorkijkje in de haag naar de velden aan de overkant.
Maar ik merkte het voorbije weekend al dat het een fijne plek is en dat er altijd wel iemand komt zitten. De tweejarige kwam zelfs al aandraven met haar bord en bestek om er te lunchen. Dit wordt een heel fijn stukje tuin. 't Is een beetje een cadeautje. Het is te vergelijken met bijna drie jaar in een huis wonen en opeens ontdekken dat je nog een kamer hebt waarvan je het bestaan niet vermoedde…
 









































Werken:
  • Kinderen op de wereld zetten: mezelf, 2007
  • Bevallen vrouw: mezelf, ‘Hope’ voor het project Hope&Désir Gent 2009
  • Slapende baby 1: Charlotte Dupuis, 1990
  • Man: mezelf, 2009
  • Gebakerde baby – voor alle kinderen die geen liefde genoeg krijgen: Bettina de Bruyne, 2008
  • Vrouw met vleugels: mezelf, ‘Desire’ voor het project Hope&Désir Gent 2009 
  • Eleonora van Aquitanië: mezelf, 2008
  • Vriendinnen: mezelf, 2006
  • Slapende baby 2: Charlotte Dupuis, 1990


zondag 15 juli 2012

Over bloemen en een jaloerse kip

Normaal zou hier een gelukkige verzuchting moeten staan in de zin van "Hèhè, daarvoor doe je het." En dan fantastische tuinfoto's vol met bloemen en fruit met een stralende blauwe hemel als achtergrond.

Maar de blauwe hemel toont zich in flarden en het fruit is nog onrijp al beurs aan het worden. De sla staat onder water en de kersen zijn nu - in juli begot - nog niet rood, de tomaten zijn onderaan groen en bovenaan rot.
De tuinmeubels staan kleddernat en ongebruikt op het terras, mos in de groeven. Op de kippenshelter groeien paddenstoelen. Genieten van de tuin... voorlopig niet. In de late namiddag liep ik vandaag met laarzen en jas door het moeras dat vroeger ons weitje was naar Wortels en Vleugels. Goed ingepakt om de kuikens avondmeel te voeren, zag ik in een waterzonnetje dat er hier en daar wat bloemen stonden te bloeien op plekken die niet zichtbaar zijn van in huis.
Maar ondanks dat de bloemen me lokten, was de roep van de kippen groter.  De kuikens zijn al redelijk groot maar ze piepen nog steeds als kuikens. Ze eten alleen uit mijn hand omdat ze te bang zijn om van de grond te eten. Vandaar dat ik verschillende keer per dag corvee heb. Josephine Bonaparte kan het niet hebben dat de kuikens eten. Ze valt ze lastig, pikt agressief en stort zich op het baby voer. Ik voer haar elke keer eerst maar het mag niet baten. Dus moet ik bij de kuikens blijven zitten en Josephine oppakken en wegzetten als ze te geweldig wordt.
Vroeger, voor de kuikens er waren, was ze gedwee, zette zich altijd in onderdanige paarpositie wanneer ze me zag afkomen. Nu kijkt ze me met van fierheid gloeiende ogen aan. Ze maakt zich groter, zet haar borst hoog op. Haar rechterschouder wat hoger dan haar linker. Haar kam vuurrood en als een uitroepteken boven haar woeste ogen.
Toen ze zelf nog maar een lentekipje was, plakte ze aan mijn kuiten vanaf het moment dat ik buiten kwam. Bij elk tuinkarweitje moest ik opletten dat ik haar niet vertrappelde wanneer ik achteruit stapte. Manlief vond het elke keer wonderbaarlijk hoe Fientje als een magneet aan me hing. Hij vertelde iedereen, dat ik naar de Versmarkt in Sint-Antelinks en terug kon wandelen en dat de kip me de hele weg volgde zonder weg te lopen. Trouwer dan een hond. Ik heb de loyaliteit geschonden door nieuwe kuikens onder mijn hoede te nemen. Josephine, die een reuzenras der kippen vertegenwoordigt in vergelijking met de dwergkipkuikentjes die hier nu rondscharrelen en aandacht van me krijgen, wil wraak. Althans telkens wanneer ik in beeld kom. Ik denk niet dat ze de kuikens terroriseert wanneer ik er niet ben. Ik zie alvast geen sporen daarvan. En aangezien een kip maar drie minuten kan onthouden, ben ik 'onbestaand' wanneer ik niet in beeld ben. Toch? Pas wanneer ze me opnieuw ziet en reflexmatig voeding verwacht, komt de strijdlust terug tegen de concurrerende kuikens.
En toch, zouden het echt allemaal reflexen en Pavlov-effecten zijn? Ik heb de neiging te geloven in menselijke trekken bij dieren, vooral de dieren die in mijn tuin wonen.

Tijdens het terug plonsen naar het huis, zag ik de bloemen weer lonken. Ik plukte een arm vol en ook nog drie schortzakken pruimpjes die er niet te slecht uitzagen, schoongespoeld door de regen en niet aangetast door wespen. Ik zette de bloemen binnen in een vaas. De pruimpjes in een grote mand.

Op die manier genieten we toch een beetje van de zomertuin in afwachting van de lange hete zomer die er ongetwijfeld aankomt.



zaterdag 9 juni 2012

Ongewenste kampeerders

Er is een bende neergestreken achterin onze tuin. Blijkbaar vonden ze de woestenij daar een goede kampeerplaats en niemand weet wanneer ze weer zullen vertrekken. De woestelingen maken nogal wat kabaal en gooien hun afval overal. Ze breken jonge twijgen af met vrucht en al en ze mikken vogelnestjes uit de bomen waardoor we bijna dagelijks dode mezen- en mussenbabietjes vinden in de tuin. Het hele kamperen werpt een schaduw over onze tuin, net zo zwart als hun zware-jongens-verschijning. In het begin had ik er niets tegen, iedereen welkom enz. Maar nu de kampeerders systematisch alle eieren van onze kippen en eenden opeten, heb ik mijn bedenkingen. De eenden, oké, die leggen de hele tuin rond, sloddervossen als ze zijn, maar de kippen, die zo secuur in hun eigen nestje elke dag een ei leggen. De kampeerders lopen gewoon het kippenhok binnen en stelen de eieren uit de nesten. De schalen vinden we terug in het gras rond de kampeerplek. Verder eten de - steeds meer ongewenste - kampeerders alle kersen van onze drie kerselaren. Ze zijn nog niet eens rijp! De aardbeien waren in één dag allemaal verdwenen. Terwijl wij er altijd een sport van maken ze te laten hangen tot het allerlaatste moment zodat ze zoeter smaken dan welke winkelaardbei ook.

Bovendien heb ik een sterk vermoeden dat de kampeerders niet alleen fruit en eieren stelen…
We missen een kleine zakmes, een theelepeltje en een zilveren armband.

Ik kan wat hebben maar dit is niet fijn meer.
Die hooligans, zwarte schurken, Gothic disaster... ze moeten weg. Dat ze ergens anders kamperen!

We hebben nu een paar voorzorgsmaatregelen genomen. Eerst en vooral hebben we een familie-pizza gekocht, een supergrote in een aluminiumschaal en dan zijn we ook nog eens de zolder opgegaan om zes gigantische zilveren kerstballen te halen uit de doos met Kerstspullen.

De kerstballen hangen in de kersenbomen en het pizzablik, daar hebben we twee grote rubberen ogen op gemaakt met knutselrubber en kralen. Wanneer de zon er op schijnt, schittert en glittert het tot het pijn doet aan de ogen. Het pizzablik maakt overigens ook nog lawaai in de wind. Dat zal hen wel verjagen.

Weg! Uit mijn tuin, mijn fruitbomen en mijn kippenren, zwart gespuis. Ik KEN jullie namen!
Ik heb ze opgezocht: meneer en mevrouw Ekster, meneer Kauw en jongeheer Raaf*!
Noot: zoals ongetwijfeld terecht opgemerkt hieronder bestaan er hier geen raven meer dus jongeheer Raaf is waarschijnlijk gewoon een Buitengewoon Grote Kraai met de E.A. Poe - bekende karaktertrekken.

woensdag 6 juni 2012

Water

Ik, polderkind opgegroeid tussen slootjes en de zee nooit veraf, moet water hebben in mijn tuin.
Het begon met de eendenplas want die was noodzakelijk voor de eenden. Goed excuus en nu met de problematiek van biodiversiteit is er nog een welkom excuus bij gekomen. Want veel kleine vijvertjes zijn goed voor de instandhouding van allerlei nuttige diersoorten.

Eerst waren er wat kuipen op het terras met waterlelies en waterhyacinten maar die kuipen werden ingegraven en er kwamen er nog bij. Nu hebben we in de bloemenborder vijf kleine vijvers met vissen, kikkers, waterlelies, waterhyacinten, watermunt, dotterbloemen en lis. En bij momenten de volledige mussenpopulatie uit ons dak die er komt drinken of baden. Om het veilig te maken voor onze jongste en voor kleine dieren in de tuin zijn er heel veel stenen en keien in de vijvertjes gestapeld. Sommige keien komen boven het wateroppervlak uit. Daarop komen vlinders verpozen en drinken.

Het is gezellig om het geplons te horen van een badend vogeltje of een kikker die duikt. Verwonderlijk ook hoe snel kikkers en libellen onze vijvertjes gevonden hebben. Terwijl de dichtste natuurlijke poel toch een halve kilometer van onze tuin af ligt.
Nu het weer afwisselend plensbuien en zonneschijn brengt is een watertuin op zijn best.
Ik geniet met volle teugen van het waterleven, de geluiden van vogels, vissen en kikkers, het geschitter van de zon op het wateroppervlak, plensringen van regendruppels, kleine insecten die over het water schaatsen, al krinkelend en winkelend...

Men zou warempel zin krijgen om poëzie te schrijven aan de waterkant.

maandag 21 mei 2012

Tuinieren op kousevoeten

Men neme vier nylon kousen - panty of weeskousen - doet er niet toe, liefst zwarte. Nu het weer zoetjesaan mooier wordt, heb je die toch niet meer nodig. Knip de voet af, stop in de teen van de kous of sok een beetje graszaad. Vul de voet op met een handvol potaarde. Dat ligt natuurlijk binnen handbereik want het is de tijd van planten en verplanten. Knoop de voet dicht zoals een ballon. Zet met het knoopje onderaan op een plek die nat mag worden. Oogjes en een mond erop. Geef elke dag water.

dinsdag 15 mei 2012

Geloof?

Een tijdje geleden heb ik een foto van mijn tuin gezet op Facebook onder de titel
'Halleluja, de zon is er!'
Niets om een discussie op gang te brengen. De zon had zich al een hele tijd niet meer laten zien en nu dus weer wel. Geen discussiepunt. Ware het niet dat er op die foto behalve de zon ook gipsen beelden te zien waren die op mijn tuintafel stonden. Nog steeds geen voer voor discussie want smaken verschillen, daarover moet en kan je niet discussiëren.
Maar - en nu komt de kat op de koord - die beelden stelden Jezus en Maria voor.
"Ah, ja dat koppel uit de bijbel," hoor ik een atheïstisch gekweekte vriend van mij nog zeggen toen hij ze voor het eerst zag.
De beelden waren vondsten uit een oud schuurtje van weer een andere vriend die uit een sterk katholiek nest kwam en ze liever kwijt dan rijk was.

De reden dat ik die beelden in mijn tuin heb, is niet meer verheven dan van een ander die er Boeddhabeeldjes in zet. Alleen is het zo dat ik - net zoals ik geen voorstander ben van Exotische planten in mijn Vlaams tuintje - ook geen voorstander ben van Exotische prullaria. Wie hier al in het echt rondgelopen heeft, denkt nu: "Wat zit ze te kletsen?" Dus eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik midden in mijn moestuin een stukje Oosterse tuin heb. Het is een herinnering aan mijn retraite in een Boeddhistisch klooster in Kyoto tijdens de zomervakantie van '97 toen ik in Japan studeerde. Dat was in mijn leven een bijzondere, nogal persoonlijke ervaring. Maar we dwalen af, want de hoofdtoon in mijn tuin is wel degelijk Vlaams, knotwilgen, moestuin met tagetes en oude Vlaamse groenten, goudbloemen en veel akelei en hemelsleutel. Een lange tafel voor feesten en de beelden van Maria en Jezus. Vlaamse folklore.
Ik maakte de foto van die tafel om zeven uur 's ochtends. Omdat ik tegen licht fotografeerde, stonden er lichtcirkels op de foto. En het kreeg onverwacht een mystiek effect doordat het brandend hart van Jezus ook echt leek te branden. Daarom leek het me geestig die foto te gebruiken. 
Maar wat een reacties. Op het Facebookprikbord viel het mee maar dat het delicate materie was, bleek vooral uit de persoonlijke berichten die ik erover kreeg, zelfs van mensen die ik niet ken maar die de foto via andere Facebook-vrienden gezien hadden.


















Sommige mensen trokken van leer tegen de katholieke kerk met zijn schijnheilige priesters die zoveel levens verwoest hebben, anderen wilden mij steun betuigen in mijn ‘outing’ als gelovige en boden  meteen aan vriend te worden.

Kijk, dat vind ik nu vreemd. Als ik een Amerikaanse Halloween decoratie aan mijn huis zou zetten of mijn tuin vol Boeddha’s en - godbetert - die Japanse grafzerken die iedereen hier voor tuinlantaarns aanziet, dan kraait daar geen haan naar. Maar als je Jezuske en Maria in de tuin zet dan is het opeens een geloofs- en inhoudskwestie.

Ik ben niet gelovig. Jammer maar helaas. In mijn jeugd had ik het nogal voor Maria omdat de moederfiguur mij mateloos boeide, Sint-Franciscus ook natuurlijk en de eenvoudige man uit Nazareth van in de liedjes van Willem Vermandere. Doch alle andere geloofspunten van het katholicisme zaten niet onder mijn huid. Ik stond er behoorlijk kritisch tegenover.
Tja, je gelooft niet wat je wil. Het is een gave. Laat ons zeggen dat ik er niet mee gezegend ben.

Mijn Jezus en Maria hebben blauwe ogen en zijn blond en donkerblond, het zijn dus de Vlaamse versies. De Jezus en Maria die langs Vlaamse Wegen liepen.
Ze brengen me die sfeer van toen ik een polderkind was tussen 'slijkwegeltjes', slootjes en miniatuur-kapelletjes. Aan de muur naast onze ingangspoort hangt ook een kapelletje met een Maria erin. Er zijn mensen die nog geloven, merk ik, wanneer ze voorbijkomen tijdens de zondagse wandeling en een kruisje slaan.
Veel vrienden gaan ervan uit dat het door de vorige bewoners gezet is en vragen ons waarom we het nog niet weggenomen hebben. De waarheid is dat het kapelletje er inderdaad hing, maar dat de vorige bewoners de Maria hadden meegenomen. Toen ik op een dag een sierlijk Maria'tje zag tussen een hoop brocanterie, heb ik het meteen gekocht om in het kapelletje te zetten. Ik heb er ook nog eentje in de woonkamer op de schouw. Een zeldzaam mooie met kind en met lange vlasblonde krullen en lichtgroene ogen en in de keuken staat er een Italiaanse Maria met kind.
Al die Maria's roepen elke keer weer vragen op bij bezoekers die zichzelf al proberen gerust te stellen met de stelling: "'t Is als grap zeker?" Maar als iemand zijn Zen-interieur versiert met een Boeddha of meerdere Boeddha’s, stelt niemand zich daar vragen bij.

Kijk, daar stel ik me nu vragen bij.

maandag 14 mei 2012

Moederdag

Omdat de drang naar spitten en planten te groot is nu de zon eindelijk schijnt,
komt het er niet van te genieten van mijn moederdaggeschenk.
Maar één van deze dagen zal ik er toch eens van proberen te genieten.
Misschien schrijf ik wel het volgende berichtje vanuit deze zetel.



vrijdag 11 mei 2012

Litima I

Liefhebben en tuinieren zijn wat mij betreft zeer krachtig verbonden. Het heeft te maken met geduld hebben, met koesteren en met bijzonder intense zintuiglijke ervaringen.
Tuinieren behelst bij Villa Liervinck nogal uiteenlopende taken; de hoenders en hun vele nesten onderhouden, de plassen en vijverkuipen inclusief waterplanten en vissen gezond en in evenwicht houden - spijts de vernielzuchtige eenden, de moestuin aanleggen - elke oogst en tussenoogst opnieuw, de bloemenborder in bloei houden - van februari tot december, het verwilderde bosje waar meer werk aan te pas komt dan de naam doet vermoeden, de komposthoop aanvullen en keren - ook hier is vaak een Japanse delicaatheid nodig om het evenwicht gezond te houden, de siervoortuin de naam waardig maken en het onderhouden van een weilandje dat verlangt een gazon te zijn.  
Straks wordt dat weilandje een stukje kleiner. Ik heb met het uitbarsten van deze lente die zwoel en vochtig de tuin laaft zoals weinig lentes hiervoor, de onweerstaanbare drang om voor mijn drie grote liefdes een eigen tuin aan te leggen.
Een tuin voor de kinderen. Zonder twijfel nu al mijn favoriete activiteit van het jaar. ‘Rosebud’ komt spontaan - en voorspelbaar associatief - als naam bij mij op voor de kindertijdherinneringen in spé. Maar de kinderen verkiezen zelf Litima als naam voor hun plekje. Een samenhorigheidsgevoel dat ik niet in de kiem zal smoren.
We maken een lijst op van alles wat er in de tuin zal komen. Kind-, bij- en vlindervriendelijke bloemen, alweer een nieuw insectenhotel – we hebben al een hotelketen ondertussen, vlinderkastjes, nestkastjes, een moestuin met alleen maar lekkere dingen, een schommel, een kuip met water...
Maar bovenal moet er een schuilplek in. Ons klimaat in acht nemend, liefst een waterdicht plekje. Wegens de vele kleine bewoners in de tuin, liefst ook hoog gelegen. Het evidente – en zeer prettige - besluit is snel genomen: we bouwen een boomhut!

Over enkele dagen beginnen we eraan!


Wordt vervolgd!

donderdag 10 mei 2012

Kijk mama, ik groei ze zelf!

Ik was me nooit bewust van het feit dat ik een bloemenmens was tot een hele troep mensen me daar tegelijk op wezen.

Het begon als een grapje. Het ging eerst over goede smaak hebben en zo. Ik was in passend gezelschap daarvoor aangezien ik als enige 'niet-creatieve' in een vergadering zat te midden een troep talentvolle vormgevers die overliepen van goede smaak en stijl. Toen ik verkondigde dat ik persoonlijk 'goede smaak' te conventioneel vind en eigenlijk hou van kleuren en zaken waar ik me goed bij voel, begon iedereen te lachen. Er werd in verschillende toonaarden gehoond dat dat duidelijk was in mijn geval. Van daar gingen ze over naar het - tot dan door mezelf nooit opgemerkte - feit dat ik altijd bloemen draag in de een of andere vorm.

Ze hebben hartelijk gelachen allemaal, gekleed in hun smaakvolle zwarte rolkraagtruien en asymmetrisch oranje gestikte designjurken. Ja, ze hadden nogal wat plezier. Ikzelf eigenlijk ook, want ik vind het altijd fijn om stukjes van mijn eigen identiteit te ontdekken en nog meer als die helemaal tegen de stroom ingaan.

Dus mijn tuin is spijts alle trends om te gaan voor groen met hier en daar een monochrome toets, een explosie van kleur met heel veel bloemen, vooral in de zomer. Mijn ambitie is echter het hele jaar door bloemen hebben.
Van januari tot december heb ik nu al bloeiers in de tuin, soms één zielig struikje maar bloemen zijn bloemen. Het liefst van al snijbloemen, want ik wil vazen vol bloemen in huis, in de woonkamer, de keuken maar ook de slaapkamer en de badkamer. Voor mij is dat echte luxe. Verse bloemen ruiken en zien maakt me gelukkig.


Als kind al had ik altijd een limonadeglas met wat onkruid op mijn vensterbank staan. Fluitekruid, boterbloemen, madeliefjes…
Toen ik tegen mijn moeder zei dat ik alle dagen vazen vol verse bloemen wou wanneer ik groot was, raadde ze me aan met een rijke man te trouwen maar ik antwoordde: “Ik groei ze zelf wel, mama”.
En kijk mama… ik groei ze zelf!

donderdag 3 mei 2012

Tafelmanieren

Het is al een heel eind geleden dat ik nog eens een stukje schreef over de tuin en zijn bewoners. Wortels en Vleugels dus. Niet dat ik er niet mee bezig ben, integendeel, planten, spitten, borders aanleggen, schuchtere moestuinpogingen niet te vergelijken met deze periode vorig jaar, plassen dreggen op zoek naar eendeneieren etc. Dit laatste moet ik misschien wat toelichten: wanneer eend Mathilde een onbevrucht ei legt, vindt ze het - terecht - de moeite niet om ze in een nest te gaan leggen maar - minder terecht - komt ze er zelfs het water niet voor uit, wat vervelend is want één warme zomerdag en de vijver verandert in een stinkende zwavelput vanwege de rotte eieren. Verder eisen de kippen en eenden niet veel. Maar er is natuurlijk nog een hoop ander leven in de tuin. Ook al 'verzamelen' we geen huisdieren, we krijgen er wel steeds bij of beter gezegd, ze komen aanlopen. Zo hebben we nu al een tijdje een jonge zwarte kat die slaapt bij de kippen en de tuin amper nog verlaat, muizen genoeg in het wilde gedeelte van de tuin. Bovendien is de voeder automaat van de eenden en kippen nu vaste stek geworden van een rode eekhoorn.

's Morgens ontbijt ik om halfzeven, dan heb ik een halfuurtje voor mezelf tot iedereen wakker is en de grote drukte begint - ik heb namelijk om wakker te worden behoefte aan de Goldberg Variations, thee, toast en zicht op de tuin. Zo vroeg in de ochtend hobbelt Eduard, 'onze' egel al eens voorbij en de laatste tijd ook de kleine, rode eekhoorn. Die laatste hobbelt niet, het is meer een oscillerende beweging dankzij die fraai golvende rode staart. Het diertje heeft een vaste route. Over het terras naar de berk via de berk naar de hazelaar en van daar over de kers naar de walnootboom. Van die boom springt hij over de draad rond het hoenderpark en daar staat de voeder automaat. De eekhoorn moet niet zoals de kippen en de eenden op de trede staan om een handjevol graan, pitten en zaden te krijgen in de voergeul. Hij klimt gewoon als een aapje de automaat op en opent met zijn pootjes het deksel bovenaan. Hij klimt in de automaat en zwemt daar letterlijk in twintig kilo gemengd voer met veel variatie en vitaminen. Hij haalt er de lekkerste stukken uit. De eekhoorn beleeft de tijd van zijn leven ondanks dat de notenbomen in de tuin nog niets bieden. De eenden en kippen vinden alleen het saaie graan in hun voergeul. Strooien in het ren helpt ook al niet. De eekhoorn, weet ik nu, die neemt meer dan hij op kan. Waarschijnlijk doet de overvloed aan eten hem denken aan de oogsttijd en slaat hij nu al prematuur zijn wintervoorraad in. Kippen en eenden, in tegenstelling tot de eekhoorn, laten altijd wat liggen om nog eens terug te komen. Maar dat laatste is zonder de eekhoorn gerekend die er tegen dan al mee weg is. Omdat de eekhoorn het zo bont maakt, lukt het de kippen en eenden minder goed om aan gevarieerd voedsel te raken in hun ren.

Op de overvloedige regendagen in deze lente mogen de kippen en eenden net zoals in de herfst en de winter overal lopen, heb ik nu beslist. Dan staat het ren open en hebben ze meer ruimte en nog meer variatie in hun voeding; groenvoer, slakken, regenwormen. Het is een win-win situatie want ik heb daardoor minder schade in de moestuin en de bloemenborder. Eduard kan het in zijn eentje niet meer halen tegen de invasie van naaktslakken. Bovendien kan ik de eekhoorn nu ongestoord de lekkere stukken laten stelen uit de voeder automaat zonder dat ik me schuldig moet voelen tegenover de eenden en kippen.  

Ondertussen leer ik de kippen en eenden eten uit een slakom dicht bij huis waar de eekhoorn vooralsnog niet durft te eten. Toch niet wanneer de Goldberg Variations spelen en ik ontbijt achter het glas. Maar hoe lang zal dat nog blijven duren?


maandag 30 april 2012

Wegwijzer

Soms heb je een connectie met een landschapselement (en ik bedoel landschapselement in de breedste zin van het woord) zonder precies te weten hoe dat ook al weer gekomen is.
Ik ken mensen die zich een rib uit hun lijf betaald hebben voor een gietijzeren Engelse telefooncel die na veel verplaatsingsperikelen nu in hun tuin staat en het enige plekje is in een straal van zeven kilometer waar je geen bereik hebt met je mobiele telefoon. (Het oorspronkelijke idee was een plekje hebben om ongestoord te kunnen telefoneren.) ("'t Zal!", zoals mijn dochtertje terecht opmerkte ofte: les excuses sont faites pour s'en servir.)
Ik ken mensen die houden van Australische windmolens, Hollandse windmolens, Japanse zen tuintjes, de Golden Gate bridge, het atomium en de Eifeltoren en ze in miniatuurversie in de tuin zetten. Ik ken zelfs iemand die Expo '58 in het klein nagebouwd heeft in zijn voortuin.
Wel, ik moet bekennen dat ik ook zoiets heb. De titel verklapt het natuurlijk al. Ik ben gek van wegwijzers.
Misschien komt dat door mijn voorliefde voor grensgebieden. Ik hou van geografische grenzen, de kust, de grens tussen kunst en kitsch, ik hou van de ochtend waar alles nog mogelijk is en de avond waar niets meer moet. Er zal wel een psychologisch verantwoorde naam bestaan voor mijn aandoening. Ik gok dat het iets is zoals pleinvrees. Ik sta, liever aan de rand van het veld dan er in. Liever nog de keuze moeten maken dan er al midden in zitten. Maar dit is geen psychologische stukje en ik ben geen deskundige dus laat ik dit bij wat het is en ga verder met mijn onderwerp, de wegwijzer.
In films, strips en boeken komen wegwijzers vaker voor dan je mogelijk acht. Ze zorgen dikwijls voor plotwendingen in achtervolgingen. Maar dankzij de gps-techniek kun je nu altijd de weg vinden, zelfs wanneer snoodaards alle bordjes de andere richting laten uitwijzen. En daarmee komen we aan het droevige feit van de nutteloosheid van een wegwijzer in deze tijd. Survival of the fittest. De GPS is beter aangepast aan onze noden dan de wegwijzer dus de wegwijzer is met uitsterven bedreigt. Spijtig.
Stel je Lands End of evenwaardig John o' Groats voor zonder wegwijzer. Als kind zat ik elke Schotse zomer uren op een rotsmuurtje te dromen voor die laatste en de ongelooflijke afstanden te lezen naar al die verre oorden. Het heeft iets magisch om in de verte te turen en - ik ben persoonlijk niet de sterkste wat oriëntatie betreft - bij benadering te weten welke richting je effectief aan het uit kijken bent.
Kleine bordjes die de weg wijzen, vind ik aandoenlijk dat het geen naam heeft. Of het nu voor een verjaardagsfeestje, een huwelijk, verse eieren of een wandeltocht is, wegwijzers doen me glimlachen (of ze brengen opluchting wanneer je de volgende oranje ziet bij een omleiding of de twee wereldberoemde letters bij hoge nood.)
Wegwijzers geven energie, hoop, tonen waar het is. Is er een iemand die een reden heeft om er geen te zetten in onze tuin?
Sterker, ik heb zelfs nog een extra reden om er één te zetten: (zoals ik al zei:les excuses sont faites pour s'en servir) het is een ongelooflijk leuk project om er één te maken met de kinderen. We hebben google-maps afgereisd naar alle bestemmingen die een link hadden met ons en ons leven. Landen waar we gewoond, gestudeerd hebben maar ook het hoenderhok, de school van de kinderen en Nanou, onze lieve onthaalmoeder. We hebben kilometers berekend, de windrichtingen bepaald en waar die bestemmingen ten opzichte van ons liggen. We hebben geschilderd, steden en landen gespeld, gezaagd en getimmerd (de ene houtsoort is de andere niet, bijvoorbeeld om een spijker door te slaan). We hebben de grondboor gebruikt, een paal leren loodrecht ingraven en zie:
Naar het schijnt, hebben we de mooiste wegwijzer ter wereld in de tuin staan.
Dat beweert althans mijn dochtertje. Die nu tweemaal per dag op zoek gaat naar het bordje van het hoenderhok tussen de hele tros bestemmingen omdat ze anders de kippen en eenden niet kan gaan voederen.
Zoon die is ondanks zijn onmetelijk plezier tijdens het maken nu meer sceptisch. "Wat is het nut van zo'n uitgebreide wegwijzer in onze achtertuin? Hier komt niemand die daar nood aan heeft." Hij mist de magie die er van uitgaat. Hij is voorstander van de wegwijzer naast onze oprit te plaatsen.
Ik stop nu met schrijven en ga de was ophangen, ben ik meteen tien meter dichter bij mijn geliefde Noorwegen. Dat weet ik dankzij onze wegwijzer!