vrijdag 31 augustus 2012

Adieu

Je weet dat je verliefd bent, wanneer afscheid nemen het moeilijkste is…
Adieu mijn liefste, je hebt zoveel gedeeld met me.
Bedankt voor de 132.006 kilometers. Bedankt voor twaalf jaar trouwe dienst. Bedankt voor het gezelschap.
Je was mijn eerste eigen autootje. Mijn soepkar. Mijn helper bij kringloopvondsten en verhuizingen, het enigste middel om al mijn kinderen samen te vervoeren.
Alle schooldagen van mijn kinderen hebben we samen gereden, alle dagen naar mijn werk,  kraamvisites, verjaardagsfeestjes, volgeladen tijdens schoolreisjes, lezingen over heel Vlaanderen, vele, vele, vele ritjes naar de zee.
De ramen achteraan vol vette vingertjes en neusjes, het bewijs dat je mijn kinderen overal heen brengt.
We maakten een spin op de E40 de dag dat de Ronde van Vlaanderen gereden werd op één april, je kuste de betonblokken van de middenberm met het zwarte rubber van de bumper maar niemand geraakte gewond. Twee sterren in de voorruit door zwaar vrachtverkeer. Op de parking van een warenhuis reed iemand een winkelkarretje in je zijdeur maar vergat een sorry-briefje achter te laten.
Maar toch kreeg je bewonderende uitroepen - van vooral kinderen. De Zonnebloemenmobiel bracht vreugde aan in vele uitzichtloze files en op schoolpleinen.
Zoveel herinneringen,zoveel uren,zoveel rommel vervoerd,zoveel lifters ook, waaronder die ene die per ongeluk mijn tas meenam.
Eén snelheidsovertreding: 55 waar je 50 mocht – mijn fout - op weg naar het ziekenhuis met Linus. Je was groen maar toen de glans verdwenen was, heb ik je versierd met zonnebloemen en vlinders. Elke keuring vroegen ze me tweemaal naar je leeftijd en keken ze kritisch je papieren na want je zag er langer dan je leeftijdsgenoten jong uit. 'Goe gesoigneerd' noemden ze je. Toch stond je nooit in een garage en waste ik je misschien niet vaak genoeg. Maar zelfs onder dikke pakken sneeuw, startte je.
Je liet me nooit in de steek, mijn trouwe karretje, en ik jou nu wel.
Het spijt me,
Adieu mijn liefste, ik vergeet je nooit.


Waterproof eyeliner
en we rijden weg voor de
allerlaatste keer.


 

maandag 13 augustus 2012

Doe wat je graag doet en Mozart was ook geen natuurtalent.


Op het web las ik ergens iets bijzonder inspirerend. De auteur was Paul Graham. Kort samengevat zegt Graham: Zorg er voor dat je "altijd oplevert". "Doe je dagtaak met overgave. Produceer het voorwerp van je passie in de avonduren. Blijf niet bij de pakken zitten omdat het niet lukt. Als je niet oplevert, noch in je noodzakelijke beroep, noch in je passie, dan zal je nooit weten of de job je nu eigenlijk écht niet ligt en of je passie écht je roeping is." 

Ik wil die grote denker van hierboven op mijn beurt linken aan een tweede grote denker: Malcolm Gladwell. Internationale bestseller-auteur van onder andere het boek Outliers, the story of success. Het is een verfrissende gedachte te 'weten' dat talent niet bestaat maar wel een passie hebben voor iets. Volgens Malcolm Gladwell kan iedereen alles bereiken als men er de passie - en het daarmee samengaand doorzettingsvermogen voor heeft. In de 10.000 Hour - rule legt hij uit dat iedereen die tienduizend uur oefent op wat dan ook, altijd topprestaties bereikt. Vanaf het moment dat de tienduizend uren zijn overschreden, ben je een professional.

De vader van W.A. Mozart wist dit al. Michael Howe illustreerde dat in zijn boek Genius Explained. Ik her/ver-taal een stukje: "De eerste stukken van Mozart waren niet bijzonder, ze zijn waarschijnlijk geschreven door zijn vader. Veel van zijn kindertijd-composities zijn niet meer dan collages van het werk van andere componisten. Het vroegste werk dat echt volledig aan Mozart toegeschreven is en gezien wordt als een meesterwerk is (n°9, K.271) Het is gecomponeerd toen Mozart eenentwintig was, hij was toen al tien jaar concertos aan het schrijven. En tien jaar is de tijd die je nodig hebt om aan 10.000 uren training te geraken wanneer je er intensief mee bezig bent."
Al deze ideeën of theorieën motiveren me om te blijven prutsen in de marge. Of het nu schrijven is of schilderen, tuinieren of restaureren, tekenen of kinderen entertainen... Geen enkele letter, geen penseelstreek, woord of schets is verloren. Ze dragen bij aan de tienduizend uur. Het niet-publiceerbare meegerekend. Want oefening baart kunst. Het doet me denken aan de stokoude Japanse raku-pottenbakker die in één minuut de meest sierlijke keramiek kon draaien. Toen een journalist hem vroeg waarom hij zoveel geld vroeg voor een vaasje waar hij maar één minuut aan had gewerkt, antwoordde de raku-pottenbakker: "één minuut en zestig jaar".

Bij mensen die één passie hebben, is het gemakkelijker om ervoor te gaan maar ik zou niet willen ruilen want ook al is de kans om voor alle vier of vijf passies aan 10.000 uur te geraken onmeetbaar klein, ik zou niet kunnen zonder de afwisseling van fysieke en geestelijke inspanning, van creëren met mijn handen en zwoegen op een idee, van wroeten in de klei en bedenken van een verhaalwending. En net doordat ik niet wil kiezen, blijft het voorlopig "prutsen in de marge" zoals de titel van deze blog verklapt. Voorlopig. De grootste passie zal uiteindelijk wel bovendrijven.

Ik zou hier zelf na al die denkers ook nog een bescheiden toevoeging willen doen - wat zou anders het nut van dit stukje zijn?

Bij jonge kinderen kun je elk spel dat ze spelen aanzien als aanzet van de tienduizend uren. Veel 'grote talenten' bleken als kind - achteraf gezien - al blijk te hebben gegeven in hun spel van waar ze later goed in geworden zijn. Dat is geen toeval. Spelen is een uiting van een passie. Een ontspannende inspanning. Het anonieme citaat: We stoppen niet met spelen omdat we oud worden, we worden oud omdat we stoppen met spelen, toont aan dat we onze jeugd - ’t is te zeggen: de periode waarin we ons ontwikkelen - kunnen rekken door te blijven spelen. En er is de hoopgevende gedachte dat je na 10.000 uren topprestaties bereikt.

Geen enkel excuus om niet te doen wat je graag wil doen.

woensdag 8 augustus 2012

Een gebrek

Ik begrijp dat het leerplan voor scholen opstellen geen eenvoudige taak is in deze tijd. Kinderen moeten halve techneuten worden om met alle gadgets en communicatiemiddelen om te kunnen deze dagen. Ik kon toen ik tien was amper een rekenmachine aanzetten. Als ik onze kinderen zie muziek en films opnemen, spelletjes op de computer spelen, soit, je begrijpt wat ik bedoel, iedereen kent het fenomeen wel.

Aan de andere kant, ik kon toen ik tien was wel een knoop aannaaien, een knoopsgat maken (een echt), een muts breien en merklappen maken. Dat was een vak op school, handwerk. Dat wordt niet meer gegeven. Het is niet meer nodig. Nu hebben we daar kindjes in derde wereldlanden voor.

Toch vind ik het een gemis. Ik gaf vorig jaar een workshop op een school waarbij de kinderen een lusje aan een doek moesten naaien. Ik zeg u: een lusje aan een doek. Geen enkel kind slaagde daarin. Geen enkel kind! Ook geen creatief uitzonderingetje. Ze waren negen jaar. Tweeëndertig keer - precies zoveel als er kindjes waren, toonde ik het voor. Ze konden nog niet op een veilige manier de naald door de stof halen op het einde. Het was een fysiek probleem. Fijne motoriek? Handigheid? Plumarexie?

Op die leeftijd naaide ik aan alle jassen en alle keukenhanddoeken niet alleen lusjes maar eveneens naamlintjes, wat zeg ik? Ik borduurde er namen op en ik kon zelfs de zomen inleggen als die los waren.

Je mag me ouderwets noemen, maar ik vind 'zo'n simpele dingen niet kunnen' een gebrek. Niet meer of minder dan dyslexie om maar één te noemen.

Dus... omdat het op school niet meer gegeven wordt, doen we het in Villa Liervinck.

Vandaag de feston-steek of de knoopsgat-steek. Niet alleen voor mijn nageslacht maar voor iedereen die er wat van kan leren.

In het groot is dat een rand aan een deken/zakdoek/sprei/breiwerk/rugzak/viltwerk.
In het klein is dat een steekje waarmee je een knoopsgat omzoomt. In goedkoop confectiewerk wordt dat tegenwoordig ook gedaan met een steek die je daarvoor absoluut niet gebruikt, soit, ik heb al genoeg geëmmerd.

Een belangrijke steek dus maar ook een mooie en eigenlijk heel eenvoudige.
Hierbij de zeer summiere maar niettemin volledige handleiding:


















Mijn zevenjarige dochter was er snel mee weg en zij wou het meteen aanleren aan mijn tweejarige.

Ondanks dat we zoonlief enorm missen tijdens deze langer-dan-ooit-week, werd het toch nog een gezellig namiddagje onder de meisjes.


Hierbij de sfeerbeelden en misschien nog belangrijker: de resultaten. Je herkent duidelijk de festonsteek rond het hoofdkussen van het poppebedje en als lakenrandje. De andere naaiwerkjes zijn vrije interpretaties op het naaldwerk-thema maar die heb ik erbij gezet voor de gezelligheid en die steken komen later ook nog aan bod. We moeten niet voor lopen op de feiten. Alhoewel kruisjessteek en rijgsteek wel al goed lukken.



dinsdag 7 augustus 2012

De keuken of Toscaans schilderen

Meer dan twee jaar wonen we hier en al meer dan twee jaar heb ik een haat-liefde relatie met mijn keuken. Ik noem de keuken nu vrijpostig 'mijn' keuken omdat ik er het grootste deel van mijn actieve daguren in doorbreng. Koken, afwassen, melkjes maken, strijken, groenten uit de tuin schoonmaken, was plooien, copy/paste/repeat...

Het is een eikenhouten keuken met zwarte natuurstenen werkbladen. Geen oud-grenenhout met metrotegeltjes zoals ik graag zie en een Aga staat er ook niet in. Er is een zwart glazen fornuisblad met rood oplichtende kookplaten die je moet aansteken met je vingertoppen op het glas. Mijn vingers zijn soms zo verkleumd dat ik daarvoor mijn neus moet gebruiken maar dat doet hier helemaal niet terzake. Het is wel zo dat dat een beetje helpt om die haat-liefde-relatie te voeden, vooral het eerste gedeelte dan. Wat ook helpt is dat de massief eiken keuken behalve donker ook nog eens in het lelijkste vernis van de wereld is gelakt, een soort jaren tachtig donkeroranje vernis. Donkeroranje hout en dat zwarte werkblad in een donker hol met een zwart geschilderd plafond. Het werkt niet. Of wel, maar dan op mijn zenuwen. Raad vragen leverde alleen maar opgehaalde wenkbrauwen op. Of ik niet goed snik was? Een massief eiken keuken? Een natuurstenen werkblad? Blijf daar van af!
Een professionele binnenhuisdecorateur kwam een kijkje nemen, vroeg een astronomisch bedrag om het donkeroranje hout bleek te beitsen. Het koste meer dan dezelfde keuken inclusief toestellen splinternieuw opnieuw te plaatsen. 

Na nog eens een halfjaar wikken en wegen, hakte ik de knoop door. 't Is zoals ik al zei 'mijn' keuken. De astronomische prijs wou ik er nog steeds niet voor betalen dus besloot ik het zelf te doen.

Wat ik deed:

- Het zwarte plafond heb ik wit geschilderd met 'witte verf voor donkere ruimtes' (blijkbaar is het een soort 'extra' wit.) Dat scheelde al meteen een dag en een nacht qua ruimtegevoel om over het licht maar te zwijgen. Gaatjes en barsten in de oude planken heb ik niet dichtgemaakt omdat ik wil dat het de uitstraling heeft van witgeschilderde planken. Anders kan het evengoed een kunststof-plafond zijn.
- De doffe groene muren verfde ik met een slappe sleepborstel met zeer sterk verdunde witte muurverf met kriskras vegen waar het oude groen doorheen schemert. Dat geeft diepte aan de muren en een interessante textuur. Persoonlijk hou ik niet van muren zoals in een plastiek potje. Het moet er wat doorleefd uitzien, landelijk.
- De (tadaaa!) eiken keukenkasten verfde ik 'Toscaans'. Om alle kritiek de kop in te drukken: eik blijft eik of het nu met afgrijselijk donkeroranje vernis of met Toscaans schilderwerk bedekt is. Deze hindernis nam ik snel. Het schilderen zelf was de echte uitdaging. Er bestaan zoals je op internet snel ontdekt onvoorstelbaar veel verschillende manieren om dit resultaat te bekomen. Hierbij geef ik gratis en voor niets mijn techniek:

Toscaans schilderwerk - 'verouderen' van houten meubels.

Kasten zeer grondig ontvetten met azijn.
Alle klinken en deurknopjes losvijzen en afnemen.
Kasten met sleepborstel verven met witte, ruwe Latex.
Kasten met een milde zeepoplossing wassen, het liefst met een onregelmatig versleten spons, voor de Latex is uitgehard maar niet zo dat alle verf weer meekomt. Dit is een beetje zoeken en proberen en het is bijzonder frustrerend met kindjes in de buurt die je aandacht nodig hebben want voor je het weet is de latex een verse luier later opgedroogd en krijg je er geen beweging meer in.
Kasten twee dagen laten uitharden. Zeer delicate situatie want ongewenste krassen en slijtage sporen die in deze fase gemaakt worden, kunnen niet meer onzichtbaar gerestaureerd worden.
Kasten vernissen met acrylvernis. Opgelet satijnglans! Hoogglans past niet bij deze stijl. Het acrylvernis haalt de warme eik naar voor doorheen het wit en het satijn heeft het een warme, zachte uitstraling. Omdat ik nogal een zintuigelijk persoon ben, wil ik er ook nog bij vermelden dat het fantastisch aanvoelt. Ik moet er mezelf van weerhouden constant over het hout te wrijven.
Telkens met twee dagen ertussen nog tweemaal dat laatste herhalen. Het vernissen, niet het wrijven.
Na uitharding van de laatste vernislaag: klinken en deurknopjes er weer aanzetten.

De haat-liefde relatie is omgeslagen naar het laatste deel. Nu zit ik hier zelfs om bijvoorbeeld dit tekstje te schrijven om middernacht. Sfeerlichtjes aan, verse bloemen uit de tuin... Dit is misschien nog steeds geen keuken in oud grenen met metrotegeltjes en een Aga maar zo'n keuken kan me opeens gestolen worden. Ik ben zot van mijn keuken nu.

Voila en nu mag iedereen hem zien!

maandag 6 augustus 2012

Schaduwtheater

Schaduwtheater heeft een lange en rijke geschiedenis. Dus een meer dan volwaardig alternatief voor het - in het kader van een 2300 jaar oude geschiedenis - zeer recente speelgoed: de televisie. Op een druilerige dag als deze vonden we dit een schitterend bezigheidje. Veel schilderplezier met warempel het lievelingskleur van de tweejarige, wat verf betreft zeer zeker, en heel veel, héél veel knipplezier.
Een bananendoos werd zwart geverfd. Dit op zich was al ochtend vullende animatie voor de tweejarige, niet in het minst om het daaropvolgende bad, zomaar in het midden van de dag.

Met gewassen haren en een vers T-shirt werden uit een stapel zwart karton figuren geknipt en gesneden. Splitpennen voor de gewrichten en hele fijne snijmesjes voor de details. Ook hier een bijzonder geanimeerde tweejarige gewapend met een schaar ditmaal die we uit armoede kranten in snippers lieten knippen. Op het einde scheen ze zich af te vragen hoe het kwam dat wij - die met evenveel plezier en getater hadden zitten knippen - bewegende figuren hadden en zij niet meer dan een stapel groezelige snippers.
Een lamp met dimschakelaar werd er bij gehaald en ongeduldig werd er gewacht tot de zon onderging. Omdat dat toch wat lang duurde, werden de luiken gesloten, zo hadden die ook nog eens nut. En in de verduisterde woonkamer werd er een schaduwtheaterstuk gebracht door de zevenjarige dochter. Ze had het hele stuk zelf bedacht. Er waren stormen en zonsop- en ondergangen, veel liefde met gesmacht en gezucht en een slechte moerasduivel, een zeer onbeleefde heks en een bijzonder romantisch einde.

Toen papa thuiskwam werd het hele stuk opnieuw gespeeld en de stormen waren nog woester en de heks nog onbeleefder dan de eerste keer en het stopte wat abrupt omdat de tweejarige alles bleef nazeggen en voorzeggen en het einde steeds wou verklappen. Maar tussen de tranen door werd er door de zevenjarige beloofd dat we het morgen nog eens mochten zien.

Wel tien keer nog!

Hoera!



zaterdag 4 augustus 2012

Ze worden groot

En hij is vertrokken, zoonlief van negen.
Alleen op kamp.
Ik weet dat er veel kinderen veel jonger al alleen op kamp vertrekken maar ik heb mijn kinderen graag zo veel mogelijk om me heen en dus zit ik nu met een klein hartje en de twee broerloze zusjes thuis.

Dertig keer heb ik de kampeerlijst gecontroleerd en evenveel keer zijn rugzak om zeker te zijn dat hij alles bijheeft. Voor elke dag een pakketje met vers ondergoed en genoeg washandjes en handdoeken om een heel legioen te bevoorraden.

En voor elke dag een brief.



donderdag 2 augustus 2012

Steampunk bellenblaas




Nu grote broer sinds deze zomer voornamelijk fietst met de 'grote jongens' daarbuiten, is er bij de meisjes in Villa Liervinck meer vraag naar activiteiten met mama.

"Make? Knippe? Teke?" zijn de voornaamste klanken die onze tweejarige voortbrengt, altijd met het hoofdje wat scheef en de handjes in elkaar geslagen.

Dochtertje van zeven daarentegen is al wat verfijnder in haar vraag: "Ik wil iets sprookjesachtig maken, kun je helpen?"

We hebben eerst een gedachtenspin of associatieweb getekend en daarop verscheen: Sprookjesachtige knutsel: zeepbellen, kralen, glimmend, schitterend, speelgoed, steampunk - die was van mij -, meisjes, knutselen, 'verve' - van de tweejarige - en - het wat mij betreft mooiste woord van de zevenjarige - juwelig.

We kregen een gezamelijke epifanie: bellenblaas!  
Speelgoed dat hier zeer in de smaak valt, eenvoudig is maar toch sprookjesachtig en bovendien zeer 'versierbaar'.

We deden het zo: melkflessen, houtlijm, acrylverf (brons en goud), waterdichte vernis, stukjes touw, ijzerdraad, veelkleurige kralen, aluminium folie, koperdraad, soeplettertjes, verftape en zeepsop.

Het eindresultaat: de Steampunk bellenblazers!


Op de flessen staat "bellenblaas" geschreven met een stukje koord dat verhard is met houtlijm en vernis
en "Geluk zit in kleine dingen" geschreven met soepletters.

De flessen houden een liter "bellenblaas"*.
































* Bellenblaas

De kleurrijkste:
- 1 liter gedestilleerd water
- 100 ml afwasmiddel
- 20 ml glycerine

roeren zonder te schudden (stir don't shake) en daarna een dag en een nacht laten staan.

De stevigste:
- 1 liter water
- 50 g suiker
- 75 ml afwasmiddel
- 10 gram behanglijmpoeder

roeren zonder te schudden (stir don't shake) en daarna een dag en een nacht laten staan.

Voor ongeduldige kindjes die geen dag en nacht kunnen wachten:
- 250 ml afwasmiddel
- 500 ml water
- 2 koffielepels suiker