donderdag 20 december 2012

Kerstmis
hoeft niet enkel iets te zijn
van commerciële trafiek
(de overconsumptie beu)
van glitter, belletjes
(het geeft wel kleur aan het leven maar liever zelfgemaakt)
en heilige troep
(vooral nu godsdienst zo ijl geworden is)
van oppervlakkig plezier en

kinderlijke opwinding
(die meestal neerkomt op materialiteit)
Maar een moment om
geest en ziel op te laden

(reflecties en goede voornemens)
om de zachte wegen te volgen
(’t is al hard genoeg daarbuiten)
en vooral voor het jaarlijks ritueel
van kaartjes en brieven schrijven
aan iedereen waar we het voorbije jaar

te weinig aandacht aan hebben gegeven.


 
De Post loopt mank in onze gemeente maar niettemin hebben we deze week gebruikt om brieven, kaartjes en pakketjes te maken en op te sturen.
En om ons huis met gekleurde snippers en vouwblaadjes wat kleurrijker en 'welkomer' te maken.

woensdag 21 november 2012

Bedenking in kamer 14, Le Bateau-Lavoir, Montmartre, Parijs


Mijn stap verbreedt zich in de straten van Parijs.
In het eerste kwart van de twintigste eeuw sta ik stil bij het idee van Picasso en Braque die kubistische balletjes opgooien in Le Bateau-Lavoir, Apollinaire die zijn laatste gedichten opschrijft omzwachteld in oorlogsverband.
Juan Gris die de straten van Montmartre afschuimt, Modigliani - ziek bij de geboorte van een nieuw decennium - die verf en drank mixt. Cocteau en Max Jacob, Gertrude Stein salons, Hemingway die een adjectiefloos leven lijdt. Al dat talent in de Ballets Russes, Fitzgerald op de linkeroever op zoek naar een fontein om in te springen. André Breton op zoek naar een nieuwe kunstvorm. Le Dome. La Rotonde. Café Select. Josephine Baker dansend in het theater van de Champs-Élysées. Sartre en De Beauvoir minnaars vergelijkend in Les Deux Magots.

Ik sta stil op de steile straten van Montmartre bij de vroege twintigste eeuwse dansers en muzikanten, schilders en dichters, zweet en kunst uitwisselend, het publiek ophitsend, de wereld veranderend.

Ik ben zo in de ban dat ik me deel van hen voel en dan ontwaak ik in de put want ook al bestaat de kunst nog steeds, nooit meer was ze zo magisch als toen.

Bij Le Bateau-Lavoir realiseer ik me dat ik de boot heb gemist.
Nu is het tijdperk van onbetekenende, incestueuze clusters die vonken
maar niet blijven branden, niets om een publiek tot leven te roepen.
Niets om de wereld te bewegen.
Misschien is het de schuld van de artiesten, gemakzucht en subsidies.
Misschien is het de mensheid die voorbij de grens van bewogenheid gegroeid is.
We zijn verdeeld, gefilterd, door te veel kanalen ingeplugd. We hebben te veel bandwijdte.
We zijn te snel verveeld door het eenvoudige spektakel. Onze aandachtboog is te klein geworden.


Of misschien is het gewoon zoals ze zeggen: sommige dingen hebben hun plaats en hun tijd.



zaterdag 3 november 2012

Wafelenbak


Het woord alleen al overspoelt me met de warme weldadigheid van ouderwets plezier.
Af en toe zet ik er mezelf aan en deze dagen zijn er perfect voor.
Druilerig Allerzielen-weer en de kinderen thuis.
De keuken is mijn biotoop op zo'n dagen omwille van de constante stroom afwas, was, maaltijden met nogal wat voorbereiding, de behaaglijke warmte, de rust want er is geen televisie en geen radio, alleen zicht op de tuin en de dieren buiten. Ik geniet mateloos van de emmers paddenstoelen die ik stoof, de rapen, wortels, pastinaak, bataat en aardappeltjes.
Op dagen waarop meer dan drie vijfden van het gezin pas zeer laat in de ochtend ontbijt, kan ik moeilijk een uitgebreide lunch koken. De stoof- en sudderpotten worden dan verschoven naar de zeer late namiddag. Een royale poos na het oorspronkelijke middaguur hebben we dan wel een tussendoor-gerechtje. Soep of belegde broodjes of wafels.
Ik heb een zeer lekker recept bedacht voor wafels en omdat ik het niet kan laten, deel ik het met jullie, bijkomend voordeeltje: het is een echte najaar-oppepper want vol warme specerijen en anti-oxidanten.
Herfstwafels:
·  500 g patisseriebloem
·  400 g boter
·  200 g suiker
·  100 g vanillesuiker
·  6 eieren
·  1⁄2 koffielepel bakpoeder
·  100 ml rooibosthee (5 minuten getrokken)
·  200 g zeer fijn gehakte gemberwortel
·  snuifje grof zout

Het wafelbeslag:
·  Weeg alle ingrediënten.
·  Zet een pannetje op een laag vuur of de kachel en smelt hierin kort de boter.
·  Giet de bloem en de suiker in een mengkom.
·  Voeg het bakpoeder toe.
·  Voeg een snuifje zout toe.
·  Kloppen met de handmixer.
·  Breek de eieren één voor één in de kom tot je een egaal beslag verkrijgt.
·  Nog een minuutje mixen en de gesmolten boter toevoegen.
·  Wafelbeslag in een kom, een uur in de koelkast plaatsen.

Wafels bakken:
· Verwarm het wafelijzer op de hoogste stand.
·  Haal het beslag uit de koelkast en schep er met een pollepel hoopjes uit op het wafelijzer.
·  Goudbruin bakken.

Er moet eigenlijk niets meer op. Ze zijn bijzonder smaakvol en je krijgt er een warm gloeiend gevoel van door de gember.
Echt wafels voor een druilerige novemberdag.

woensdag 31 oktober 2012

Vier keer


De allereerste had ik toen ik elf was, in 1982. Het was er de perfecte avond voor. Nog wat lezen bij het haardvuur na een hele middag appels plukken in de herfstzon.
Mijn moeder had een plaatje - een singeltje - met daarop de Bolero van Ravel. De helft stond op de A-kant en de helft op de B-kant. Mijn vader vond dat zo onvoorstelbaar debiel dat hij mijn moeder die dag in 1982 de LP cadeau deed. De Deutsche Grammophon opname. Mijn ouders waren die avond hout aan het stapelen in de tuin en ik vroeg mijn vader door het raam wat de Bolero van Ravel was. Gechoqueerd keek hij op.
“Ken je dat niet?”,
“Nee, vader!”
“Van  ‘10’ met Dustin Hoffman?”
 “Het is met Dudley Moore,” hoorde ik mijn moeder van achter de hoek roepen. Mijn vader, die alleen geïnteresseerd was in Bo Derek en verder –gezien mijn minderjarigheid verzweeg wat de rol van het muziekstuk in de film was - legde de plaat op zodat ik een beetje minder onnozel zou gaan slapen dan ik was opgestaan deze ochtend. Hij ging samen met mijn moeder verder in de tuin met hout stapelen. De lucht kleurde donkeroranje met een roze gloed. Na twee inleidende maten door de kleine trom werd het eerste thema ingezet door een enkele fluit, waarna langzamerhand het gehele orkest ging meedoen, waarbij bij elk opeenvolgende fragment crescendo plaatsvindt. Ik ging zo op in de muziek dat ik opeens begon te wenen van ontroering.
http://www.youtube.com/watch?v=KK23BhEQVyU
Ik herinner me dat ik dacht: 'Ik zal nooit lang genoeg leven om alle muziek te horen die bestaat. Ik zal zoveel moois missen.' Volledig overstuur en misschien wel het meest van al door het feit dat ik niet begreep waarom ik zo diep getroffen was.

Jaren later had ik het nog eens, ik had net mijn rijbewijs, 1999 moet het geweest zijn. Ik reed met de auto en was zo geconcentreerd dat ik niet lette op de radiopresentator en wat hij aankondigde. Opeens werd ik zo hard getroffen door een muziekstuk dat ik de auto aan de kant van de weg moest zetten. Ik herinner me nog goed hoe het ging. Het was herfst en ik stond in de polders onder een fenomenale lucht te luisteren naar een Chaconne Tombeau van Bach die ik achteraf nooit meer teruggevonden heb. Het was een moment dat ik vast probeerde te klampen met mijn beide handen maar het glipte zo snel weg samen met het besef dat ik alweer mezelf mis ingeschat had, dit was een Chaconne die ik niet eens kende. Zoveel geniale dingen die op dezelfde wereld gecreëerd zijn als ik op rondloop. En wat heb ik gedaan? Tot dan? Tot nu?

Weer jaren later, 2005, kwam ik nietsvermoedend kletsend tegen mijn lief, de Aya Sofia binnen, tot we opeens simultaan getroffen werden door de onvatbare schoonheid van de Aya Sofia. Het bevreemdende was dat we het samen ervoeren. Ik kon lang geen woord uitbrengen omdat ik voelde dat mijn stem zou breken.
Ik ben snel ontroerd maar deze ervaringen waren van een intensiteit die je met niets kan vergelijken.

En nu 2012,  het Louvre, alweer in de herfst voor de vierde keer. Zaal na zaal al die schoonheid die je overvalt, gelukkig hangen er ook zaken waarbij je je afvraagt waarom die het Louvre halen maar misschien dienen die als tegengif voor de overdosis schoonheid. Ik voelde me redelijk neutraal, beetje opgejaagd omdat ik net gelezen had dat je een heel mensenleven nodig hebt om het Louvre te zien en dat wij nu slechts acht uur hadden, maar verder niets aan de hand. Tot ik opeens voor het Kantklostertje van Vermeer sta. Ik voelde het niet aankomen maar opeens was ik zo hard getroffen, die kleine handen, dat lichtspel op haar haren. De concentratie van het meisje. De wetenschap dat er meer werken zijn die mij zo kunnen ontroeren dan ik tijd heb in mijn leven om ze te bekijken.




































Mijn vier Stendhal-syndroom ervaringen.

vrijdag 26 oktober 2012

Het leest als een sprookje

Er was eens een jonge man en een jonge vrouw rond de eeuwwisseling.
De man en de vrouw hadden een baan bij hetzelfde bedrijf.
Hij deed iets met computerapplicaties.
Zij deed iets met personeelszaken en interne en externe communicatie.
Zij stuurde algemene mails in naam van het bedrijf en hij antwoordde. Altijd, steeds uitgebreider en persoonlijker. Tot ze allebei merkten dat bepaalde medewerkers onvoorstelbaar goed op de hoogte waren van wat er tussen hen uitgewisseld werd. Ze besloten om onder een schuilnaam - hun literaire jeugdhelden; Josephine March (Louisa May Alcott) en Piotr Sergeiev (Lev Tolstoy) - verder te mailen via een onafhankelijke mailprovider.


30 december 1999 werd de eerste mail verstuurd van tweehonderdzesenzestig mails die samen de eerste zes maanden van een liefdesverhaal vertellen.

Nu, bijna dertien jaar later, de mails door de man al vergeten en verloren gewaand, heeft de vrouw alle mails gebundeld in een boek, alle schilderijen en tekeningen die ze in die periode maakte voor de man zitten er bij omdat de mails daar dikwijls over handelden als ze niet over boeken, muziek, elkaar of de Liefde gingen.
Titel: Sergeiev en Josephine
Aantal blz: 100
Illustraties: 64
Uitgave: 2012
Oplage: één
Verantwoordelijke uitgever: ikzelf - speciaal voor mijn teergeliefde o
mdat mensen vaker zouden moeten stilstaan bij de reden waarom ze verliefd geworden zijn op elkaar.

woensdag 24 oktober 2012

Herfst


Krijt is echt mijn favoriete medium. Het enige nadeel is dat het constant moet gefixeerd worden en daaraan gelinkt dat ik altijd vol hang. Doordat het zo’n poederig en los materiaal is, kan de tekening in een onoplettend ogenblik van het papier worden geveegd of geblazen, door de wind bijvoorbeeld. Omdat het vandaag, 24 oktober, zo’n uitzonderlijk zomerse dag is, heb ik tijdens een gestolen uurtje mijn krijtjesdoos en een groot niet opgespannen canvas genomen en me geïnstalleerd bij het schuurtje in de zon.
De bloempotten had ik gisteren allemaal geleegd en schoongeborsteld in de schuur gestapeld. De zon scheen binnen op het warme terracotta en het tafereeltje vroeg om vastgelegd te worden.

Voor het eerst tekende ik meteen met krijt op doek, geen schets in potlood of houtskool, meteen de kleuren, met de bus haarlak in aanslag om elke laag te fixeren tussendoor. Geen kwartier later stond de structuur op doek en zaten mijn handen en blote armen onder de aardetinten. De postbode had een pakje om persoonlijk af te geven, dienst Toerisme kwam iets vragen in verband met een wegwijzer in onze berm. Ik interpreteerde hun blik pas na een blik van mezelf op de spiegel. Ik ben altijd overtuigd dat ik mijn gezicht niet aangeraakt heb tijdens het tekenen maar de spiegel vertelde me het tegendeel.
Maar om het nu weer te hebben over de bloempotten. Ze symboliseren voor mij de herfst. De opgeruimdheid, de oogst binnen, de zon warm en bedaagd, het licht onovertroffen en de kleuren warm. Een maand die ruikt naar appels, houtvuur en kaneel.
Hoe kun je niet van de herfst houden?

dinsdag 16 oktober 2012

De wijnproefclub



Manlief is lid van een wijnproefclub, het soort club waar er pas een nieuw lid bij mag als een ander lid het loodje legt. Dient het vermeld te worden dat er bovendien alleen heren toegelaten zijn?

Elke tweede dinsdag van de maand komen ze samen rond een thema en proeven ze wijn. Het is een nogal met geheimzinnigheid overgoten bezigheid. Ondanks dat de wijnproefavond altijd doorgaat op dezelfde plaats, een obscure zolder boven een stoeterij, als ik het goed begrepen heb, is elke maand iemand anders de gastheer. Die zorgt voor een thema, de wijn, de nodige achtergrondinformatie, een PowerPointpresentatie (!) en bijhorende hapjes want de heren komen rechtstreeks van hun werk, hebben nog niet gegeten en proeven met gemak tot een stuk in de ochtend wijn. Dit is alle informatie waar wij, de vrouwen van de acht betreffende heren over beschikken. Hoe ze die zeven uur invullen, dat is clubgeheim.

Nu, acht maanden na het oprichten van de VinCoeur club, is het de beurt aan manlief.

Het thema was snel gekozen: Languedoc-Rousillon aangezien hij daar deze zomer een paar wijnboeren bezocht en rijker gemaakt heeft. De PowerPointpresentatie en de wijnkeuze waren snel gemaakt maar de hapjes, dat bleek een vrouwenzaak te zijn. Ik zette mijn plannen op papier een week vooraf, kreeg aanwijzingen - vlees!-, en dan de rest van de week bijsturingen: - meer, nog meer, veel meer.

De avond zelf had manlief vijf minuten om de hapjes op te halen en maar één reactie: 't Is veel te veel!

Maar nu het werk toch gedaan is en goed ontvangen, deel ik het hier graag want tijdens mijn zoektocht naar ideeën, merkte ik dat de vraag vaak gesteld wordt op internetfora doch zelden wordt beantwoord.

Thema: Languedoc-Rousillon


De hapjes:

Vleesplank:
Ganzen rillette
Franse geitenkaas met ham
Magret de canard du Languedoc
Op beukenhouten schilfers gerookt rundsvlees
Foie Gras met Armagnac
Gekookte nootham
Parma ham

Kaasplank:
Saint Paulin
Saint Aubin
Zachte Franse Blauwschimmelkaas.

Aperitieflepels
Geitenkaas met bieslookrolletjes met amandels en Porto gelei
Geitenkaasjes met parmaham en grootbladige peterselie

Erbij geserveerd:
Rode wijn met zwarte peper gelei
Porto gelei
Blauwe druiven
Groene druiven
Groene olijven
Feta blokjes
Oranje minipaprika's
Minikomkommers
Kerstomaatjes gevuld met mascarpone
Zongedroogde tomaten
Verse vijgen
Walnoten
Gepofte kastanjes
Wit stokbrood
Bruin stokbrood
Notenbrood

dinsdag 9 oktober 2012

Niets in huis


Tegenwoordig zijn we zo verwend wat betreft alles eigenlijk, dat we klagen over een peulschil. Daarmee is bewezen dat mensen van nature klagers zijn. Ik wil maar zeggen, een blik op de Palestijnse keuken en je beseft in welke overvloed we leven. We hebben alle ingrediënten ter wereld ter beschikking en velen slagen er nog niet in hun kookkunst boven een blik ravioli of een pizza in de oven te laten uitstijgen. De Palestijnse keuken maakt met een handvol meel en een snuifje kruiden ware delicatessen. We hebben vrienden - een gemengd Vlaams-Palestijns koppel - die ons al eens verwenden met een halve dag pure toverkunst. Het was een bijzondere ervaring, een zeer smakelijke overigens. Wij zijn helemaal vergeten hoe we van niets iets kunnen maken.

Een veelgehoorde klacht van ons, de verwende westerling, is dan ook dat we "niets in huis" hebben. Vooral ik maak me daar veel te vaak schuldig aan. Het schijnt dat er vrouwen zijn die dit op vestimentair vlak ook klaren maar ik heb deze dubbelzinnige relatie met mijn voorraadkast. Ze kan niet vol genoeg zitten en toch heb ik vaak het gevoel dat ik niets in huis heb om een deftige maaltijd te maken of gasten te ontvangen.

Een werkpunt dus voor mezelf. En werkpunten moet je niet negeren, je moet ze aanpakken.

Toen ik nog op de televisieredactie werkte, heb ik eens het idee geopperd om een keukenguerrilla te organiseren en te koken met wat er bij mensen in de ijskast lag. Creatief met beperkte ingrediënten. Het idee werd zeer lang serieus in overweging genomen, maar de doodsteek was uiteindelijk dat ik bij een commerciële zender werkte en dat mijn idee niet echt sponsor-vriendelijk was.

Niemand houdt me tegen om het idee hier toch te lanceren.

Situatieschets: boodschappen tijdens het sporten van de kinderen gepland, kinderen doen eerst nog een uurtje huiswerk, honger maar het warm eten is pas voor na het sporten. Een snel vieruurtje? We hebben geen crackers, geen schoolkoeken, geen fruit, geen yoghurt, geen brood.

In de ijskast ligt een rol bladerdeeg en de obligate citroen. Niets in huis dus of toch?
Dat wij, de westerlingen, zo vaak boodschappen doen en nooit de voorraadkast en de ijskast volledig leegmaken draagt bij aan het feit dat er zoveel verspilling is. Wij hebben hier in Villa Liervinck wel een composthoop en kippen maar de hele voedingsindustrie is al belastend genoeg om die daar te laten eindigen. De kasten leeg'koken' is vanaf nu mijn bescheiden bijdrage tegen die belasting en de verspilling. Geen verrassingen meer in de vorm van excentrieke ingrediënten die opeens een hele periode over tijd blijken te zijn , teveel broodbeleg dan we op tijd op kunnen, drie busjes kaneel in de specerijenkast en twee flessen melk die tegelijk aangebroken zijn.
 
Een kwartiertje later hadden we toch een vieruurtje. Lekker bij de gemberdrank die nog over was.
En een lege ijskast voor de nieuwe lading boodschappen.
 
Kaneelvlecht
De bijzonder artistieke manier van vlechten is niet
van mijn hand maar van dochterlief (8 jaar).
Het suikerstrooien is vakkundig uitgevoerd
door de tweejarige.

maandag 8 oktober 2012

Wonderdrank voor vrouwen


Een paar jaar geleden leerde een Afrikaanse schoonheid mij hoe je een wonderdrank voor vrouwen moet maken.

Deze drank helpt namelijk voor het verbranden van calorieën (!). Het is zuiverend en pijnstillend, een antioxidant, antiseptisch, ontspannend, stimulerend, ontgiftend, ademverfrissend, goed tegen griep, verkoudheid, slijmvliesontsteking, vermoeidheid, hoge bloeddruk, bloedstolsels, hoofdpijn, migraine, misselijkheid, koorts, darmklachten, menstruatiepijn én het is een afrodisiacum.

Ze zei het niet met zoveel woorden maar kort samengevat als:

"Dit is goed voor de vrouw om gezond, mooi en gelukkig te zijn, ook bij een man".

Ik kan het jullie niet onthouden want het blijkt een bekende Afrikaanse drank te zijn die zijn kwaliteiten al zeer vaak bewezen heeft en nu onder verschillende alternatieve labels op de markt komt als geneeskrachtig drankje.

Recept:
450 g verse gemberwortel
1 liter kokend water
sap van 6 sinaasappels
sap van een appel
120 gram ahornsiroop
4 soeplepels vloeibare honing
4 kruidnagels
kaneel naar eigen smaak
stukje nootmuskaat naar eigen smaak
Schil de gemberwortels.
Rasp de gember fijn.
Schenk er 1 liter kokend water over.
Roeren en 1 uur laten trekken met de vier kruidnagels erin.
Schenk het sap door een kaasdoek.

Op maximum 50 graden roeren met de ahornsiroop en de honing
Appelsap toevoegen en het sap van acht sinaasappels
Kruiden met kaneel en nootmuskaat.

Doe de gemberdrank over in flessen en bewaar ze in de koelkast.

Je hebt een instant effect want bij het drinken voel je de hitte meteen door je lichaam trekken.
Geniet ervan!



donderdag 4 oktober 2012

Dierendag - de vroege start

Beau is veertien weken oud en net zoals Wikipedia stelt, is hij deze morgen beginnen kraaien. Net op dierendag.

't Was nog immens vroeg en de lucht was ijl en fris, donkerblauw aan de ene kant van de nacht en in het oosten een beetje lichtend. Het was net gestopt met regenen en er was buiten alleen het geluid van dikke druppels die nog uit de bomen vielen. Wat ik kwam doen in de tuin op dat extreem vroege uur weet ik niet meer, schoenen onder de trampoline of mijn schaar in de moestuin zoeken, zoiets. Ik merkte Beau op in de donkere tuin doordat hij nogal opvalt met zijn witte veren. Hij kwam op me af gelopen en in zijn enthousiasme slaakte hij een schorre kreet waarvan hij zelf een meter opzij sprong van 't schrikken. Daarna balkte hij nog eens extreem schor en houterig want kraaien zoals een geoefende haan dat doet kon je dit nog niet noemen. Het klonk als een ijzeren schuurpoort die over een kasseien pad getrokken werd. Beau sprong weer met veel gefladder en een verwilderde blik in zijn ogen op. De kippen en eenden die ondertussen ook kwamen kijken, leken wat verward dat dat allerkleinste haantje, een maand geleden nog een kuiken, zo'n afschuwelijk geluid voortbracht.

Beau waagde het nog een derde keer alhoewel ik me afvraag of hij het bewust waagde of dat het een hormonaal in gang gezette oerspasme was omdat de dag aanbrak. Hij schrok alweer zo erg van zichzelf dat hij ging schuilen in de hazelaar en er niet meer uitkwam. Belle daarentegen die Beau al de hele tijd gade sloeg en steeds maar dichter bij hem was komen staan, stond te gloriëren als was zij het die gekraaid had en niet haar Beau, en dat deed ze nog steeds wanneer Beau zich al lang verschanst had.


dinsdag 2 oktober 2012

Post

Je hebt mensen die omslagen al openscheuren tijdens het van de brievenbus naar de voordeur stappen maar ik vind dat een beetje als bezoek al uit hun jas sleuren voor ze binnen zijn. Ik zet me daar liever bij. Mooi muziekje op, de theepot op tafel en dan pas open ik de omslag met een briefopener, want ik gooi brieven en hun omslagen niet weg, maar bewaar ze in stapeltjes met een lint om.

Met handenarbeid is het zo dat het geen kunst is zolang iedereen het uitoefent.
Maar net zoals met alle andere handvaardigheden is het zo dat brieven schrijven langzamerhand verdwijnt en wat mij betreft een echte kunstvorm aan het worden is.

De laatste maand valt er nogal wat in mijn brievenbus.
Een bloemlezing:
De cd met het nummer "Rosy" van Willem Vermandere - naar aanleiding van mijn Krijtstukje,
een lange brief gevuld met waarschijnlijk lichtelijk gealcoholiseerde herfstmelancholie en gedroogde herfstbladeren van een oude vriend,
een cd van mijn dierbare Frans-Zweedse zangeres Eskelina waarop ze haar laatste Eskelina- en Solvandanummers zingt,
een bundeltje Noorse gedichtjes uit een rommelwinkeltje in Bergen waar ze ook parelmoeren knoopjes hebben die echt 'mij' zijn volgens mijn Noorse Erasmus-zus en
een brief van een oude vriendin met een zakje koriander uit Portugal en een foto van haar laatste schilderij -"Zet deze eens een week op je schouw en zeg me dan wat je ervan vindt".

Zoveel meer zinnelijk dan een mail.
De koriandergeur brengt het zuiden binnen, zelfs de omslag - pintada de carinho e muitas cores,
Eskelina's stem horen in mijn woonkamer, 't is alsof ze zelf in de envelop zat, op het briefje erbij met haar onvoorstelbaar artistiek geschrift vol krullen en bloemen en vlinders.
En hoewel mails impulsiever zijn en misschien oprechter, bewonder ik het werk en de toewijding die in een echte brief gestopt is. Het papier kiezen, het handschrift...
Weten dat de afzender de brief gemaakt heeft, vastgehouden, misschien zelfs gezoend, maakt het nog warmhartiger.
Een beetje de afzender op bezoek, daar ga je toch op je gemak voor zitten, nietwaar.



























Omslagen

Geborgen willekeurige zendingetjes
die mijn aandacht vragen,
mijn blik vangen,
mijn oor
of mijn hart raken.

Aangetrokken door warmte, humor en fantasie
verzamel ik finesses in omslagen.
Geïnspireerd door het talent,
de charme en
de schoonheid in het hoofd van anderen.


NB: Ik kreeg deze link doorgestuurd van een vriendin een paar dagen nadat ik dit geschreven had.

donderdag 27 september 2012

Steen


We hebben een border in de voortuin, vijf op vijftien meter. Ongelooflijk dichtgegroeid met grote planten van het goedkope, woekerende soort.

Het was duidelijk maar onbegrijpelijk dat de vorige bewoners hier snel en voor weinig geld een groene buffer wilden tussen hun huis en de mooie velden aan de overkant van onze wegel. Een stuk tuin dat allesbehalve interessant was. Het stond als een groene muur voor je en je vermoedde niet eens wat er allemaal gebeurde middenin. Niet veel bleek toen ik met een machete een pad hakte in de wildernis. Een opeenvolging van hibiscus, forsythia, bamboe en cornus. Voor de tuinleek: grote planten met wilde scheuten, een massa groene bladeren en geen of een korte bloeiperiode.
 
Maar wel de ideale achtergrond voor de collectie beelden die nog niet echt een vaste plek hebben gekregen in onze tuin. Onder andere van Bettina de Bruyne, Charlotte Dupuis, (mezelf)… Gewoon tussen de planten plaatsen is niet echt een optie want dan is de boel binnen het jaar overgroeid met al dat groen geweld. Maar ik droom toevallig al een tijdje semi-hardop van een verborgen terrasje om te lezen of te schrijven voor mezelf of voor de kinderen om wat afgezonderd te kunnen studeren (hahaha) of spelen. Dit leek me de ideale plek voor het plan.

Tegen het tuinhek lag nog een ton betonklinkers die pas volgend jaar gelegd zullen worden op weer een heel ander plekje in de tuin. Ze moeten weg want het tuinhek kan niet open of dicht en het maakt de plek om te parkeren nogal smal. Opstapelen tegen de muur van ons huis is misschien wel diervriendelijk maar niet zo huisvriendelijk en van de nood maakte ik een deugd. Ik legde het pad dat ik gehakt had in het groen vol met de betonklinkers.

Het pad leidt naar een buxus die er wat plompverloren stond, helemaal overgroeid met dat ander groen geweld. De buxus heb ik gesnoeid in een bol en daarachter ligt nu een plekje met een tafel en een stoel. Langs het pad staan de kunstwerken.
Het pad zelf is mijn eigen - knipoog - installatie. Het toont dat waar een wil is, er een weg komt maar dat een vrouw zo zonder straatleggers-kennis toch alleen maar in staat is een hobbelig parcours neer te leggen. Dat vrouwen sterk zijn maar niet alles alleen kunnen. Vandaar; baby's, liefde, hoop en verlangen, een man, vriendinnen... Er zit een thema in deze kleine beeldentuin.

Een ton klinkers, zesentwintig kruiwagens. Ik heb elke betonklinker tweemaal in mijn handen gehad. In afwachting van de terraslegger volgend jaar laat ik het nu zo liggen en ondertussen kan mijn teergeliefde eraan wennen en meedenken hoe we het pad volgend jaar opvullen. Een graspad? Een zacht verend mulchpad? Grind? Voorlopig is hij nog steeds voorstander van de groene wildernis die het was. Ik droom al van de volgende stap, een doorkijkje in de haag naar de velden aan de overkant.
Maar ik merkte het voorbije weekend al dat het een fijne plek is en dat er altijd wel iemand komt zitten. De tweejarige kwam zelfs al aandraven met haar bord en bestek om er te lunchen. Dit wordt een heel fijn stukje tuin. 't Is een beetje een cadeautje. Het is te vergelijken met bijna drie jaar in een huis wonen en opeens ontdekken dat je nog een kamer hebt waarvan je het bestaan niet vermoedde…
 









































Werken:
  • Kinderen op de wereld zetten: mezelf, 2007
  • Bevallen vrouw: mezelf, ‘Hope’ voor het project Hope&Désir Gent 2009
  • Slapende baby 1: Charlotte Dupuis, 1990
  • Man: mezelf, 2009
  • Gebakerde baby – voor alle kinderen die geen liefde genoeg krijgen: Bettina de Bruyne, 2008
  • Vrouw met vleugels: mezelf, ‘Desire’ voor het project Hope&Désir Gent 2009 
  • Eleonora van Aquitanië: mezelf, 2008
  • Vriendinnen: mezelf, 2006
  • Slapende baby 2: Charlotte Dupuis, 1990


zondag 23 september 2012

Brievenbus

Het begon allemaal heel prozaïsch:
Een pak dienstencheques voor een jaar besteld,
een nogal stevig bedrag overgeschreven
en na een dikke week nog niets ontvangen.

Tot er opeens aan de deur gebeld werd.
Een sportieve wandelaar - inclusief Nordic Walking Sticks - bracht het pak dienstencheques. Hij had, zo zei hij, de omslag gevonden ‘diep’ in het bos aan het eind van onze straat. Hij vertelde uitgebreid en op dampende kousevoeten bij een kop warme cacao met gezouten karamel, slagroom en kaneel - het ging om een flink bedrag en de wandelaar was er bovendien aan toe  - hoe hij de Natuurpunt-wandeling deed en zag dat er in de graskant tegen een boom een dikke omslag lag. De omslag was nagenoeg intact, behalve een afdruk van klein gaatjes in een half maantje in de bovenrand en wat vegen van gras en aarde aan de onderkant. Heel mysterieus. Hoe kwam deze omslag in het midden van het bos terecht? De postbode komt er niet, het is zelfs bijna niet te bereiken te voet, zo zei de wandelaar niet zonder trots omdat hij natuurlijk dat pad net wel gebraveerd had.

Gisterenochtend vroeg, toen de schoolbus met twee-derden van mijn kroost de straat uitreed en ik dus in alle rust een moment kon genieten van het ochtendlijke lichtspel op de velden voor ons huis, hoorde ik een wild geritsel in de beukenhaag. Met een wild geklepper verdween iets in onze brievenbus. Even later kwam een eekhoorn eruit met ditmaal verkiezingspropaganda als trofee.

Ik heb hem verjaagd met verkiezingsfolder en al én waarschijnlijk niet zo heel erg efficiënt. Ik ben niet zo goed in het verjagen van diertjes. De post leeg ik nu zo snel mogelijk om de eekhoorn voor te zijn. De verkiezingspropaganda mag hij hebben. Volgens de krantenbezorger is het onze eigen schuld, de brievenbus is te eekhoornvriendelijk. We vràgen er gewoon om.
Voor de voeder automaat bij de kippen heb ik ondertussen al een sluitende oplossing gevonden. Een haan, een betonnen haan wel te verstaan want onze echte haan heeft niet zo veel geldingsdrang en kan ook moeilijk de hele dag op het ding zitten. De eekhoorn kan nog steeds stelen maar niet meer dan een heel kleine portie per keer nu hij de laadklep niet meer kan openen.
Hoogstwaarschijnlijk had de eekhoorn nadat hij de voeder automaat gekraakt had, zin in een grotere uitdaging maar net zoals vele kleine boefjes miste hij een concreet plan, de nood aan een nieuwe uitdaging en zijn geldingsdrang was groter dan zijn capaciteit om daadwerkelijk een slag te slaan. Hét recept voor ordinair vandalisme. Hij heeft er zelf geen nut bij en wij zijn geplaagd.
Voor het eerst in mijn leven sta ik aan de kant van Donald Duck in de strijd tegen de eekhoorn(s).

Iemand een idee om de eekhoorn uit en de post in de brievenbus te houden?

vrijdag 21 september 2012

Cretaceous


Als potloodtekenen mijn Jura was dan zit ik nu in het Krijt.

Er is geen zachter medium mogelijk. Het is bijna boetseren in twee dimensies. En nu we het toch over boetseren hebben, dacht ik meteen aan mijn ‘discussie’ in de galerij. Ik had wat voorstudies liggen, wat een beetje een duur woord is voor schetsen op broodzakken, achterkanten van theatertickets of treintickets en binnenkanten van ontbijtgraandozen. Cowboys van Delaware, een zwemmer bij de Pont du Gare, dansers van Béjart, de kus van Rodin, het borstbeeld van Caligula, een engeltje uit Firenze. Woeste, krachtige of marmeren reisherinneringen en voornamelijk mannen. Die vragen niet om dunne, zachte potloodlijntjes in een schetsblokje maar om ruw papier op zeer groot formaat en pastelkrijt. Ik heb dozen vol kleur maar mijn voorkeur gaat naar zwart, wit, oker, sepia, sanguine, grijs en zwartbruin. Dit krijt
wordt van aardepigmenten gemaakt, wat me alweer dichter bij klei en dus boetseren brengt. Met deze zeven kleuren en mijn tien vingers heb ik met grote vegen het krijtstof in het papier gewreven. Het is een bijzonder waarmakende bezigheid om de poriën van een ruw blad papier laag per laag op te vullen met verpulverd krijt en er diepte en dynamiek in te realiseren door te starten met zwart – in sommige gevallen zelfs houtskool – en steeds lichter naar boven te komen tot de laatste laag, wit, die niets meer is dan het licht dat op het beeld valt.

Achteraf helpt alleen nog een douche want het krijt zit diep in mijn huidporiën, niet alleen van mijn handen maar overal waar ik met mijn handen aanzit. Heel confronterend te zien hoe vaak ik onbewust mijn gezicht en hals aanraak wanneer ik teken met krijt en houtskool. Maar die douche werkt purifiërend.  Het is afstand nemen, loslaten, de twee stappen achteruit zetten om te zien wat het geworden is.












Altijd wanneer ik met krijt werk, heb ik muziek in mijn hoofd, meer bepaald Willem Vermandere, met misschien wel het mooiste nummer ooit:

Rosy schilderde den hemel
met zo woeste meisjeshand
Eindeloos donkere diepe wolken
boven t grauwe polderland
En t schum met t rollend water
de zee die eeuwig ebt en vloed
Dat is de moeder die mie baarde
maar k wil hier weg
ik weet da'k moet

Rosy mengelde de verven
smeirde driftig purper en rood
doeken barstend van verlangen
t is hier al somber
t is hier al dood
Ze tekende wriemelende mensen
zwart in t krit op wit papier
vastgekronkeld leven en lijden
laat mie los k wil weg van hier

Rosy kind van zee en polders
met haar haar van goudgeel vlas
met heure prins ver weg getrokken
t scheen da ze tevreden was
ze tekende nu tierlantijntjes
ook heur gordijntjes waren knap
maar de verf en t groot verlangen
zat in ne koffer onder den trap

van einde en verre kwamen vrienden
Rosy kookte sjish kebab
met ravi schankar en me wierook
gleed den tied onmerkbaar rap
maar hoe onmerkbaar kwam de wrevel
t arme hoofd wierd zacht geveld
wat is t' er van min stoute dromen
wat is t' er van min jong geweld

zal ik weer de verve mengelen
voel ik nog die woeste hand
de prins is dan ook maar vertrokken
en zie bleef alleen in t vreemde land
ach mien kind ach vader ach moeder
min verlangen is zo groot
mor van zwerven en van zoeken
en van onmacht ga ik dood

ah t deert mie zo dakket moe zeggen
Rosy's hoofd da dee zo zeer
Rosy kind van zee en polders
lieve Rosy leeft nie meer
Aan t schum en t rollend water
Aan de zee die eeuwig ebt en vloed
aan de donkere diepe wolken
zeg ik Rosy wees gegroet

 

 

woensdag 19 september 2012

In haar blootje


"Vrouwenlichamen moet je boetseren, mannenlichamen moet je tekenen," zei ze met veel gesticuleren en een beetje te luid tegen een groepje mannen waartussen ik toevallig ook stond. Zij was een zeer mooie vrouw in een jongensachtig lichaam en ze was samen met mij één van de enige vrouwen op een vernissage van een naakt-kunstenaar in Gent. Haar stelling was gebaseerd op het feit dat een vrouwenlichaam gemaakt is om aan te raken en een mannenlichaam om naar te kijken. Ze droeg een te klein T-shirt dat ze voortdurend over haar zeer strak buikje trok. Haar heupbeenderen en schouderbladen stonden als aanhalingstekens rond haar strak lijfje. Haar lange armen en benen waren accolades die duidelijk verlangden naar inhoud.

"Mannenlichamen zijn over het algemeen of robuust of stevig of sterk. Vrouwenlichamen zijn of fijner of fragieler of zachter. Of zo willen we het toch zien en vooral laten zien, als we het dan toch over kunst hebben. Dus persoonlijk zou ik liever mannenlichamen boetseren en vrouwenlichamen tekenen," zei ik. Ze draaide zich om want zo was ze ook. Als het schoentje niet paste dan gooide ze het weg. De mannen draaiden zich bijna allemaal zoals zonnebloemen dat doen naar de zon en liepen haar achterna naar een andere hoek van de expositieruimte.

Ik bleef achter met de kunstenaar zelf. "Dat was niet mijn bedoeling," mompelde ik naar haar gebarend. "Geen probleem, zo is ze. Ze gaat nooit een dialoog aan. Ze wordt niet graag in haar blootje gezet. Figuurlijk. Maar jouw stelling vind ik wel amusant. Teken je zelf?"

"Nee, prutsen in de marge," antwoordde ik naar waarheid.

Hij gaf me zijn kaartje, "Kom dinsdagavond laat naar mijn atelier, we doen hier dan naaktmodellen maar ik heb nog geen vrouwelijke tekenaars in de groep. Ik zal haar in haar blootje zetten, letterlijk, en dan zullen we je stelling eens testen."

Die dinsdagavond stond ik er. Zij ook, de kunstenaar ook en nog een vijftal andere mannen.

Zij, die figuurlijk niet graag in haar blootje wordt gezet, trok haar kleren graag letterlijk uit en poseerde in allerlei hoekige, onnatuurlijk aandoende houdingen.

Wij maakten schetsen.

Vele dinsdagavonden tekende ik een-minuut schetsjes en de kunstenaar keek toe.

Zelfs vrouwen met een jongenslichaam hebben een fragiele onmiskenbare vrouwelijke kant. Het was niet altijd zij. Soms waren het molligere meisjes. Die vond ik sensueler om te tekenen.

Respect voor de meisjes, de houdingen waren niet altijd comfortabel, zelfs nogal confronterend en de mannen waren niet altijd even - laat het ons houden op - 'hoffelijk'.

Bij het glaasje achteraf in het café bleek ook altijd dat het model veel aandacht kreeg zolang ze haar mond maar niet opende.

Die ene les dat het model niet kwam opdagen, vond iedereen het niet minder dan normaal dat ik dan maar model stond maar ik maakte me ervan af door te stellen dat we nu allemaal wel wisten dat een vrouwenlichaam aangenaam is om te tekenen maar wat met een mannenlichaam? Even viel er een stilte maar dan werd de les toch maar opgeschort.

Hierbij dank aan alle modellen.
Het was een fijne ervaring ik heb veel bijgeleerd en niet alleen over houtskool, potlood en papier.

 


woensdag 12 september 2012

dinsdag 11 september 2012

Romantische Liefde vs de wereld

Vorige week beschreef ik hier Das Veilchen. Het romantische beeld dat Goethe had over de liefde. Iedereen heeft min of meer een beeld van Romantische Liefde. Het is liefde die een beetje heilig is, die je verheft, waarbij je jezelf vergeet en opgaat in elkaar. Je denkt niet aan anderen of aan de toekomst. Je geeft je totaal over. Letterlijke overgave in klassieke romantische verhalen. Er zijn legio voorbeelden van zelfopoffering. Veel minnaars sterven net als Das Veilchen graag voor hun liefde.
Romantische liefde blijft eeuwig bestaan, maar de geliefden zijn meestal zelf gauw dood. Je kunt daar cynisch over doen - de romantiek zou spoedig afgelopen zijn in de werkelijkheid van alledag- maar het is natuurlijk slechts symbolisch voor de zelfopoffering, zelfverzaking en zelfverloochening die bij romantische liefde horen.
Het is echter niet meer van deze wereld - zelfopoffering.

Verrast hoorde ik nog eens de - ouderwetse - letterlijke interpretatie in Woody Allen’s Vicky Cristina Barcelona, wanneer Vicky tegen Juan Antonio over Cristina zegt:

“…and being romantic, she has a death wish". Ze vervolgt nogal cynisch: "So, for a brief moment of passion, she completely abandons all responsibilities."

Vicky wordt eerst een beetje 'hoofs' omschreven. Dat de liefde met deze letterlijke zin voor zelfopoffering een passionele gril is die niet blijft duren, verklapt Vicky in het laatste cynische deel van haar citaat en wordt ook duidelijk later in de film.

Hetzelfde fenomeen bij Romeo en Juliette. Je vindt het romantisch zolang je jong bent, tiener, zoals Romeo en Juliette zelf, twintiger als je een romantische laatbloeier bent. Wanneer je ouder bent en de keerzijde gezien hebt van verliefdheid, denk je alleen nog: “Ocharme, die ouders” of “Jongen/Meisje toch, als je er een paar jaar was bijgebleven, had je wel tweemaal nagedacht vooraleer je koos te sterven voor haar/hem. De “Wat als Romeo en Juliette hadden blijven leven?”-vraag. Het antwoord is simpel, dan waren ze zoals de meesten van ons en stonden ze niet in de wereldliteratuur. Misschien, gezien hun vurig temperament, wel in de echtscheidingsstatistieken, als die in 1596 tenminste al bestonden.
Maar hoe zit het met de symbolische zelfopoffering? De hele wereld vertelt je, dat je aan jezelf moet denken, dat je moet weten wat je wil en wat je lekker vindt in bed en dat je dat aan je partner kenbaar moet maken, zodat hij of zij je naar behoren kan bevredigen.

Romantisch? Het lijkt meer op een strategisch spel waarover te hard nagedacht wordt en waarbij als nevenverschijnsel alleen steeds maar sterkere stimuli nodig zijn. Zie de immer groeiende markt daarvoor. We noemen het soms wel eens “te lichamelijk” maar wordt het niet - door er te hard over na te denken – minder lichamelijk? De fijnzinnigheid valt weg. Romantische liefde spreekt tot het gevoel, daarvoor moet je fijngevoelig zijn, ontvankelijk voor de meest subtiele zintuiglijke gewaarwordingen. Romantische liefde bedrijf je dus met je lichaam en niet met je hoofd. Het lichaam is onschuldig, het liegt niet, het reageert natuurlijk, spontaan en sensueel op de liefde in een ander lijf.

Romantische liefde bedrijf je niet voor jezelf - en ook niet voor de ander bij wijze van ruilmiddel waarmee je het recht verwerft op een wederdienst. Het gaat om overgave aan iets anders, aan een hoger doel met een eeuwigheidswaarde. Geen promiscue avontuurtje, maar ook geen huwelijk dat dertig of vijftig jaar duurt. In elk geval is het einddoel van romantische liefde niet de bevrediging, dat is veel te vluchtig. En romantische liefde is niet vluchtig, die blijft altijd bestaan. Relaties gaan nu bijna alleen nog om het vooropgezette doel. "Als je aan liefde begint met een einddoel in zicht, is dat eind al wat je krijgt," zei een Australiër eens, in alle wijselijke eenvoud die van Australiërs uitgaat.

Je moet een beetje innerlijk sterven voor de liefde zonder enig ander einddoel dan de liefde zelf. Sterven aan je wensen, hoop, verlangen. Sterven aan de seksueel vervuilde wereld om je heen, die je voortdurend met donderend geweld hersenspoelt en de andere kant op drijft. De hele wereld hunkert naar romantische liefde. Maar je moet tegen de hele wereld in om zulke liefde te vinden. Zoals Juan Antonio die zijn ex-vrouw citeert: "Maria Elena used to say that only unfulfilled love can be romantic," en daarmee tegelijk zijn scheiding verklaart.


 

maandag 10 september 2012

De perfecte recyclage

Al een dikke tien jaar ben ik op zoek naar de perfecte salontafel.
De voorwaarden blijven al tien jaar constant dus dat valt al mee.
Ten eerste wil ik een groot en ruim tafelblad: een krant moet open kunnen liggen maar ook een patroon of een grote legpuzzel van de kinderen.
Ten tweede graag één die hoger is dan een klassiek salontafeltje want anders wordt die tafel gedegradeerd tot poef of voetenbank.
Verder moet er een blad aan zijn waaronder de knieën van zetelzitters kunnen in geval er gegeten wordt aan de salontafel. Aangezien we alleen in de keuken een eettafel hebben, gebeurt dat vaak, vooral wanneer de kachel brandt op een koude winteravond.
Er moeten ook kinderstoeltjes onder kunnen voor mee-etertjes én gezelschapsspelen.
Ooit zag ik er eentje in de Zweedse meubelketen. Die was perfect, behalve dat het blad in een soort ijsroomdoosplastiek was en de poten in zeer glimmend aluminium. Maar de hoogte was perfect. Ergens tussen de hoogte van een eettafel en een salontafel. Lang overwoog ik een eettafel te kopen en de poten op de juiste lengte af te zagen maar na een stoel - de elfde uit de feuilleton - eens tien centimeter lager gemaakt te hebben en de onvoorstelbare lijdensweg dat dat was, was de goesting voor zo'n prutskarwij weg.
En gisteren bij het opruimen van de schuur - waar we nog steeds spullen vinden van de vorige en waarschijnlijk vorige-vorige bewoners - vond ik opeens een bijzonder mooie houten plank. Uit puur genot boende ik de plank helemaal op met antiekwas in de warme nazomerzon en de kleur die tevoorschijn kwam, was warmer dan een haardvuur. Ik vond ook een onderstel van een schoolbank. We hebben al een paar schoolbanken, die staan in 'het klaslokaal' een kamer dat nog niet echt een bestemming heeft en waarin een groot schoolbord hangt van de vorige bewoners. Maar dit schoolbankje had een onherstelbaar bovenstuk (tafelblad met de klassieke opbergvakken) en dus deed ik het er af. De opeens twintig centimeter lagere metalen constructie en de bijzonder mooie houten plank leken voor elkaar gemaakt. Het onderstel was vies met roest en stickers en God weet wat voor smerigheid nog aan een oud schoolbankje kleeft. Ik sopte, schuurde, schilderde - met zwarte lakverf ook al in het schuurtje gevonden - en plaatste de plank er op met acht koperen vijzen, eveneens uit de schuur.
De tafel is precies de juiste hoogte.
Het zwarte onderstel heeft een bijzonder mooie vorm.
De plank heeft een perfecte grootte en een warme houtkleur.
De kostprijs was nul euro.


Ziehier mijn ideale salontafel:



donderdag 6 september 2012

Das Veilchen

En omdat ik het vandaag de hele dag al aan het beluisteren ben, even een muzikaal intermezzo voor jullie.
 
Das Veilchen - zie hieronder voor de tekst en de vertaling - is het enige lied van Mozart op een tekst van Goethe. En - voor de muziek-leek - is het meest opmerkelijke misschien wel dat Mozart de sublieme slotlijn er zelf bij geschreven heeft. Voor de muziekkenners verwijs ik naar hier om de overige genialiteit te ontdekken van dit schijnbaar eenvoudig kinderlijk liedje. Voor iedereen die zelf zingt, wil ik alvast met een understatement meegeven dat het moeilijk is. De muziek zelf vertelt het verhaal boven, naast, onder en achter de zanger en onderstreept hier en daar maar telkens zeer nadrukkelijk een stelling wat de timing cruciaal maar praktisch onuitvoerbaar maakt. Vooral het tweede deel en het derde deel zit zo ingewikkeld in elkaar dat je alleen maar voor de rest van je leven diegenen - zoals mijn persoonlijke favoriet: Kathleen Battle - die Das Veilchen schijnbaar moeiteloos zingen, eindeloos kan bewonderen.
Das Veilchen (Goethe/Mozart)
Ein Veilchen auf der Wiese stand,
gebückt in sich und unbekannt;
es war ein herzigs Veilchen.
Da kam ein' junge Schäferin
mit leichtem Schritt und munterm Sinn
daher, daher,
die Wiese her und sang.

Ach! denkt das Veilchen, wär' ich nur
die schönste Blume der Natur,
ach, nur ein kleines Weilchen,
bis mich das Liebchen abgepflückt
und an dem Busen matt gedrückt,
ach, nur, ach nur
ein Viertelstündchen lang!

Ach, aber ach! Das Mädchen kam
und nicht in acht das Veilchen nahm,
ertrat das arme Veilchen.
Es sank und starb, und freut' sich noch:
und sterb' ich denn, so sterb' ich doch
durch sie, durch sie,
zu ihren Füßen doch!

Das arme Veilchen! es war ein herzigs Veilchen.
Het viooltje (vertalingspoging)
’n Viooltje op de weide stond,
onmerkbaar in zichzelf gekromd,
het was een lief viooltje.
Daar kwam een jonge herderin
met lichte tred en blij van zin,
daarheen, daarheen,
de weide door en zong.

Ach... denkt ‘t viooltje, was ik maar,
al was het dan heel even maar,
van de natuur, de mooiste,
totdat mijn liefste mij dan plukt
en aan haar boezem heeft gedrukt.
Ach maar, ach maar
een hemels kwartier lang!

Ach, nog eens ach! Het meisje dat,
geen oog voor het viooltje had,
vertrapte ‘t arme viooltje.
Het zonk, en stierf, verheugd' zich nog:
En sterf ik dan, dan sterf ik toch
door haar, door haar,
En aan haar voeten toch.

Het arm viooltje, het was zo’n lief viooltje.
 

dinsdag 4 september 2012

Moreel Dilemma

De start van een nieuw schooljaar.
Een nieuwe school ook. Een goede school overigens.
Voor de middelste, ons achtjarig dochtertje, meteen ook de start van een moreel dilemma. Ze is bijzonder overgevoelig maar let wel! niet zwak, integendeel, ze houdt zich langer dan nodig sterk en wentelt zich niet in haar emotionaliteit. Dat merkte ik al toen ik haar moederziel alleen achterliet op de speelplaats.
's Avonds tijdens het naar huis fietsen, kwam het er opeens uit: "Mama, N is een lief meisje. Het is alsof ik haar al altijd ken." Dan een lange stilte. Veel te lang. Dus ik opper een voorzichtig: "Ja-a?" het relaas volgt: "Nu hebben de andere meisjes van de klas gezegd dat ik niet met hen vriendin mag zijn als ik met N vriendin ben. Ze pesten haar en ze zullen dat met mij ook doen als ik met N vriendin blijf." Ze kijkt ernstig voor zich uit. "Wat moet ik doen, mama? Een lieve vriendin of vele vriendinnen?"
Tja, voor mezelf zou ik het wel weten. Maar dan transponeer ik het probleem naar mijn leeftijdscategorie en daar gelden andere spelregels. Maar wat en vooral op welke manier moet men met zo'n probleem omgaan bij kinderen? Ze moeten natuurlijk zelf leren omgaan daarmee maar als ze om raad vragen, hoe doet men dat dan?

Thuis nog eens met de negenjarige zoon, die natuurlijk niet met zijn moeder naar huis fietst, een gelijkaardig dilemma. Ik: "En is het leuk samen op school met de buurjongens?" "Wel... de buurjongens hebben me gezegd dat ze op school zullen doen alsof ze me niet kennen maar op straat wel zullen spelen met me." Hij prutst wat met plakband en kaftpapier. En barst dan los: "Mama, ik heb daar echt geen zin in. Als ze me op school niet willen kennen, moeten ze thuis ook niet met me willen spelen. Zo'n vrienden wil ik niet." Wanneer ik vraag waarom ze dat willen: "Andere jongens hebben de buurjongens op school gezegd dat als ze spelen met 'die nieuwe', ik dus, dat zij zullen uitgesloten worden."

Ik zet me neer en probeer een antwoord, een oplossing te bedenken. Of gewoon maar goede raad.  Maar op dat moment komt een vriendin langsgelopen die de nieuwe school kent en vele kinderen die er gaan.

Ze luistert naar de kinderen, wuift hun zorgen weg door te zeggen: "Zit daar maar niet mee in, dat gebeurt altijd in alle scholen met alle nieuwe kinderen en bovendien alle kinderen die dreigen met pesten zijn jaloers omdat jullie twee zo mooi en slim zijn." De kinderen gaan een stuk opgeluchter aan het boeken kaften en ik ben eventjes verlost.
Maar de vraag blijft: Hoe help je als ouder hierbij?

In afwachting heb ik voor mijn eigen kinderen een boodschap. De gang is pas geschilderd en ik zocht nog naar een inspiratievolle zin voor boven hun kapstok. Iets wat ik ze elke dag wil meegeven. Bij deze: