Een bananendoos werd zwart geverfd. Dit op zich was al ochtend vullende animatie voor de tweejarige, niet in het minst om het daaropvolgende bad, zomaar in het midden van de dag.
Met gewassen haren en een vers T-shirt werden uit een stapel zwart karton figuren geknipt en gesneden. Splitpennen voor de gewrichten en hele fijne snijmesjes voor de details. Ook hier een bijzonder geanimeerde tweejarige gewapend met een schaar ditmaal die we uit armoede kranten in snippers lieten knippen. Op het einde scheen ze zich af te vragen hoe het kwam dat wij - die met evenveel plezier en getater hadden zitten knippen - bewegende figuren hadden en zij niet meer dan een stapel groezelige snippers.
Een lamp met dimschakelaar werd er bij gehaald en ongeduldig werd er gewacht tot de zon onderging. Omdat dat toch wat lang duurde, werden de luiken gesloten, zo hadden die ook nog eens nut. En in de verduisterde woonkamer werd er een schaduwtheaterstuk gebracht door de zevenjarige dochter. Ze had het hele stuk zelf bedacht. Er waren stormen en zonsop- en ondergangen, veel liefde met gesmacht en gezucht en een slechte moerasduivel, een zeer onbeleefde heks en een bijzonder romantisch einde.
Toen papa thuiskwam werd het hele stuk opnieuw gespeeld en de stormen waren nog woester en de heks nog onbeleefder dan de eerste keer en het stopte wat abrupt omdat de tweejarige alles bleef nazeggen en voorzeggen en het einde steeds wou verklappen. Maar tussen de tranen door werd er door de zevenjarige beloofd dat we het morgen nog eens mochten zien.
Wel tien keer nog!
Hoera!
Zelden zoiets aandoenlijks gelezen als de tranen van de spelevrouw. Theater in Pajottenland!
BeantwoordenVerwijderen