donderdag 1 december 2011

De afteldagen... en iets met mandarijntjes




Misschien wel de leukste periode van het jaar…

en het weer is – dit jaar toch – nog bijzonder goed. Sneeuw en kou zijn nu voor ons nog winterse romantiek. (tegen maart zijn we het beu en snakken we naar zon en fris groen en zo maar nu is het een kerstkaartjes-droom) Verder veel feesten in het vooruitzicht en een nieuw jaar!
Toen ik in Noorwegen studeerde, leerde ik deze periode nog meer appreciëren. Het was er dertig onder nul of zoiets. We hadden al sinds drie oktober niets anders dan sneeuw gezien en er waren onvoorstelbaar weinig uren daglicht- voor een centraal-europeaan toch. Maar iedereen zag het als zijn sociale plicht om de donkere zes weken op te lichten. Niet op zijn Amerikaans in neon maar op zijn Noors: gordijnen bleven open zodat de huiselijke warmte ook op straat te zien was. (Wat een verschil met hier waar rolluiken en gordijnen de straat onpersoonlijk en leeg maken wanneer de duisternis invalt.) Voortuintjes in Noorwegen waren ook altijd versierd met massa’s tuinkaarsen in blik. Schitterende sfeer. En natuurlijk was er de Julekalendern. De aftelkalender naar Kerst!
Sindsdien ben ik eraan verslingerd. Ik moet er al een hele hoop gemaakt hebben sinds die tijd. Bescheiden dingetjes. Snoepkettingen, theezakjes, theelichtjes, briefjes, gedichtjes zo'n serietjes. Maar het is zo’n magisch ritueel. Het aftellen en de verwachtingen bij het openen van de kleine deurtjes of luikjes.
En aangezien deze ochtend de advent start, staat er weer één klaar voor elk van mijn huisgenoten en voor het eerst ook één voor mij. (Met dank aan Lieve Vriendin)
En voor ik de kalenders aan jullie voorstel eerst nog dit hilarische verhaal van nu al meer dan twaalf jaar geleden.
Een vriend van ons vrijde met een meisje uit Duitsland. Het was een lange-afstand-relatie (dat heb je met Erasmustoestanden) Rond 1 december kreeg hij een postpakket toegestuurd. Daarin zat een doosje met vierentwintig kleine doosjes in, genummerd van 1 tot 24. Elk doosje was apart ingepakt en het meisje had er uren werk in gestopt. Er zaten allerlei kleine prullen in om ‘de donkere dagen’ symbolisch door te komen. Want met Kerst zouden ze elkaar zien. Er zat een doosje lucifers in, een theelichtje, een lipstickzoen op een papiertje, etc etc. De vriend in kwestie opende alle pakjes diezelfde dag en schreef haar volgend mailtje:
Waarom stuur je nu al een kerstcadeau,
we zien mekaar toch met Kerst?
En waarom al die brol?
Dat kost een kapitaal aan postzegels
en het is niet eens een echt cadeau.
En waarom alles apart verpakt?

Zo’n tijd- en papierverspilling!
Jullie Duitsers zijn toch rare gasten.
Alzo schreef onze Sympathieke Vlaming.

En nu genoeg gelachen. Hier zijn onze aftelkalenders:
Dochter van zeven en zoon van negen hebben elk een kalender met 24 laadjes met 24 verschillende Victoriaanse kerstdecoraties in die ze aan een mini-kerstboom mogen hangen. In vijf vakjes zit een babelutte.
Mijn lief heeft een vilten adventskalender met een doorschuif-kerstboom om de dag te markeren en een “wijze spreuk” per dag. Er zitten ook vijf babeluttes in verborgen omdat hij anders die van de kinderen afschooit.

Voor peuter-dochter is er een winterprinses met een hemel vol (fluwelen) sneeuwvlokken. Onderaan zit een doos met 24 kleine doosjes. Dit jaar zijn die nog leeg maar ze kan wel elke dag een (met velcro) aan de hemel hangen. Met kerst zit de hemel dan vol pakjes in plaats van vol sneeuwvlokken.

De mijne (*gelukkige, dankbare glimlach* naar Lieve Vriendin) zit vol met theezakjes, eentje voor elke dag. Allemaal verschillende smaken. Deze ochtend, de eerste: Sweet Love. Iets met mandarijntjes...) 

’t Zal weer veel te snel Kerst zijn…






Geen opmerkingen:

Een reactie posten