woensdag 6 juni 2012

Water

Ik, polderkind opgegroeid tussen slootjes en de zee nooit veraf, moet water hebben in mijn tuin.
Het begon met de eendenplas want die was noodzakelijk voor de eenden. Goed excuus en nu met de problematiek van biodiversiteit is er nog een welkom excuus bij gekomen. Want veel kleine vijvertjes zijn goed voor de instandhouding van allerlei nuttige diersoorten.

Eerst waren er wat kuipen op het terras met waterlelies en waterhyacinten maar die kuipen werden ingegraven en er kwamen er nog bij. Nu hebben we in de bloemenborder vijf kleine vijvers met vissen, kikkers, waterlelies, waterhyacinten, watermunt, dotterbloemen en lis. En bij momenten de volledige mussenpopulatie uit ons dak die er komt drinken of baden. Om het veilig te maken voor onze jongste en voor kleine dieren in de tuin zijn er heel veel stenen en keien in de vijvertjes gestapeld. Sommige keien komen boven het wateroppervlak uit. Daarop komen vlinders verpozen en drinken.

Het is gezellig om het geplons te horen van een badend vogeltje of een kikker die duikt. Verwonderlijk ook hoe snel kikkers en libellen onze vijvertjes gevonden hebben. Terwijl de dichtste natuurlijke poel toch een halve kilometer van onze tuin af ligt.
Nu het weer afwisselend plensbuien en zonneschijn brengt is een watertuin op zijn best.
Ik geniet met volle teugen van het waterleven, de geluiden van vogels, vissen en kikkers, het geschitter van de zon op het wateroppervlak, plensringen van regendruppels, kleine insecten die over het water schaatsen, al krinkelend en winkelend...

Men zou warempel zin krijgen om poëzie te schrijven aan de waterkant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten