donderdag 3 maart 2011

Tuinieren, een ideale voedingsbodem voor filosofie

Zonder woordenschat
fluisteren bamboestengels
over het voorjaar.


Vandaag, dag negen tuinieren.
De winter heeft lang genoeg geduurd en ik verlang naar buiten zijn van de eerste minuut die ik terug binnen spendeer. Maar er zijn natuurlijk de kindjes, de baby, de man, die allemaal ook gesoigneerd moeten worden. En ik merk: hoe mooier mijn tuin wordt, hoe meer het huis een stort wordt. Als bovengenoemden mij niet constant achter de veren hebben, verslonst de boel binnen één dag.

Maar mijn tuin roept, zingt, verleidt me.

Het is een nogal grote tuin en vooral een tuin met veel tuinkamers waardoor het bijna een fulltime job is in deze periode van het jaar. (We hebben ze allemaal een naam gegeven voor het gemak en ze hebben elk hun eigen zorgen.)
Het Hoenderpark, meestal grondig gewied door de neerhofdieren zelf maar de netels komen nu op en die laten ze staan. Netels voor blijven is de boodschap.
In de Schaduwtuin staat alles om een snoeibeurt te schreeuwen en hangt er nogal wat oud hout in de struiken (maar aangezien het een schaduwtuin is, ben ik niet zo geneigd bij de nog dunne temperaturen daar mijn uurtjes buitenlucht te spenderen).
The Tea-Garden is compleet overgroeid door veel te grote vlinderstruiken, De Watertuin in pré-aanleg, het gazon is nog weiland, De Boomgaard wacht op warmer weer om te snoeien, de veel te grote omwalde compost-hoop moet moestuin worden en Het Wildernisje moet een opslagruimte worden, The Woodland begint af te geraken.
De Voortuin, opgedeeld door het tuinpad in De Bloementuin en De Aperitief-tuin, daar ben ik nu volop van aan het genieten. Die zie je dag bij dag mooier worden. Omdat de voortuin redelijk groot is (zo groot als mijn volledige tuin vroeger) ben ik die nu aan het herinrichten zodat we er de hele zomer kunnen doorbrengen, eethoekje, zithoekje, leeshoekje... Het valt me op dat ik altijd veel rustplekken in de tuin maak en er dan eigenlijk nooit ga zitten. Want in een tuin wil ik bezig zijn. Ik wil snoeien, planten, begieten, bloemknoppen opruimen maar niet zitten. Maar het geeft wel rust, al die gezellige hoekjes en 't is praktisch wanneer er bezoek komt.
Tijdens het wieden van de strook naast het tuinpad deed ik een wijze vondst;


Men beweert toch altijd dat tuinieren een ideale voedingsbodem is voor filosoferen en van poëzie?

(Die groene papiertjes met wijsheden zijn geen onbekende voor mij, ik heb er 25 gemaakt en in piepkleine rolletjes ingepakt bij wijze van adventkalender voor mijn lief. Elke ochtend bij het ontbijt las hij er eentje die hij toen bijhield de rest van de dag. Toen het Kerst was, had hij er maar 24 meer over, hij moet er eentje in zijn broekzak gestopt hebben en verloren tijdens het uithalen van zijn sleutels ofzo... Een paar maanden in regen en wind buiten, hebben er dit van gemaakt.)
Maar het is nog altijd waar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten