De mannen van de wijnproefclub Vincoeur, waar ik het in deze blog al verschillende keren over heb gehad, zullen gedacht hebben: “Vrouwen zijn als wijn. Die te lang ligt, verandert in azijn.” En zo, na twee jaar elke eerste dinsdagavond van de maand trouw aan drinkebroers en wijn te zijn, mochten wij, hun vrouwen, in plaats van in flanellen nachtjapon alleen in bed te liggen, een babysit zoeken en hun vergezellen. De wijnwereld was voor die ene avond niet meer de exclusieve speeltuin van het zogenaamde sterke geslacht.
Omdat ik niet helemaal onvoorbereid wou deelnemen, werkte ik me wat in in de materie. Ik had natuurlijk wel een kleine basiskennis opgedaan tijdens mijn job waarin ik een wijngids mocht schrijven samen met een specialist ter zake maar ik wou me nu eens verdiepen in de achtergrond. Ik ontdekte dat wijn maken en drinken doorheen de geschiedenis altijd al een mannenzaak was. Het vak en zelfs de wijnstok gingen over van vader op zoon. Vrouwen werden zelfs buitengesloten uit veel officiële wijnorganismen.
Tot in 2000 duurde het vooraleer Jurade de Saint-Emilion, de zeer prestigieuze organisatie van alle producenten uit deze appellation opnieuw een vrouw in haar rangen opnam. Het was geleden van in 1199, – hoezo vrouwonvriendelijke middeleeuwen? Tegenwoordig staan enkele hoogopgeleide vrouwen aan het hoofd van domeinen of runnen ze de vinificatie. Recentelijk worden er zelfs internationale competities georganiseerd waar honderden flessen van alleen maar vrouwelijke wijnmakers worden getoetst.
Er is wetenschappelijk bewijs dat vrouwen eigenlijk over een extra troefkaart beschikken om met wijn om te gaan: objectief bezit de vrouw meer smaakpapillen dan de man. Het potentieel bij de vrouwen is dus hoger maar oefening en techniek zijn natuurlijk nodig om dit te kunnen gebruiken.
En dan is er ook nog het vooroordeel dat vrouwen van andere wijnsoorten houden dan mannen. Vrouwen zouden alleen houden van bubbels, rosé, zoet en lichtvoetige Chardonnay, terwijl mannen meer houden van krachtige rode wijnen. Verschillende onderzoeken en enquêtes, zo leerde ik op het internet, tonen aan dat de smaken gelijklopend zijn maar dat bij de vrouwen inderdaad Champagne op nummer een staat.
Maar al mijn voorstudie ten spijt was het natuurlijk een beetje een catch 22. Je mag als vrouw dan eens de mannenwereld binnen maar meteen verwachten dat je die avond kennis zal maken met vrouwelijke vinificateurs dat is misschien dan weer te hoog gegrepen zonder de voorkennis van de mannelijke vinificateurs. De gastheer liet het alvast niet aan zijn hart komen en had zijn eigen selectie klaar zonder grappen betreffende de vrouwen want laat ons eerlijk zijn; grappen over vrouwen zijn niet leuk, tenzij ze om te lachen zijn.
De gastheren waren Bart en Hugo van Wijnen Cooreman in Dilbeek.
We begonnen al meteen met een superieure witte wijn van de talentvolle oenoloog Hugh Ryman. Uit biologisch geteelde en handgeoogste sauvignon en sémillon druiven op eikenhouten fusten: Mirabelle du Chateau de la Jaubertie 2011 uit Zuid-West Frankrijk. Het was meteen een voltreffer qua smaak. Maar dat de gastheren wisten hoe een lijst op te stellen, bleek toen de volgende wijn op tafel kwam: de Chablis Grand Cru van Patrick Piuze Bougros die nog rijker en vol ondertonen was.
Bij nummer drie de Beaune Greves – Premier Cru van Domaine Jacques Prieur,
die niet meteen mijn persoonlijke voorkeur kreeg ondanks de boterige smaak en de vanille, lindebloesemgeur, – tot daar het vooroordeel dat vrouwen houden van jonge Chardonnaywijnen – kreeg de spieton een upgrade van tafeldecoratie naar gebruiksvoorwerp. 't Is te zeggen als uitgietbak. Om alle misverstanden tegen te gaan, uit realistische overwegingen, niet omdat ze niet te drinken was. De twee eerste geuten wijn lieten hun staart roeren en we waren nog maar begonnen.
Maar toen kwam Le Haut-Lieu Moelleux 2009 van Domaine Huet Vouvray. Pure nectar en zeg nu zelf, nectar giet je niet weg. Godendrank. Niet veel verschil te merken tussen mannen en vrouwen qua smaakbeleving hier. Honing, appels... een perfecte wijn voor bij de open haard terwijl buiten de wind raast. Het is ook een wijn die hoe later geoogst, hoe lekkerder is. Echt nazomer in een fles. Wie wijn maakt, bewaart zonneschijn zei Dante en deze spreuk is de Le Haut-Lieu Moelleux 2009 van Domaine Huet Vouvray op het lijf geschreven.
Dat goede wijn de bloem in het knoopsgat van de beschaving is, bewees de eeuwig houdbare wijn Le Mont Moelleux Premiere Trie Domaine Huet – Vouvray. De wijn van de gekonfijte druiven -edelrot- en wel van het topjaar 2010. De spieton bleef ook nu niet meer dan tafeldecoratie.
Wanneer je weet dat er maar een glas per wijnstok geproduceerd kan worden dan begrijp je dat deze handgeoogste wijn niet goedkoop kan zijn maar de smaak is onbetaalbaar dus het blijft een goede koop. Eeuwig houdbaar mits vervanging van de kurk om de dertig jaar en eraf kunnen blijven in dat proces. Provisoir hebben we al het apparaat om te herkurken in huis gehaald, dertig jaar is om voor je het weet.
Die laatste wijn is eveneens een echte herfstwijn, een wijn om voor de open haard een boek bij te lezen, "Wine and War: The French, the Nazis, and the Battle for France's Greatest Treasure" van het duo Kladstrup bijvoorbeeld, waarin Huet een blijvende en vooral verrassende indruk op de lezer maakt wanneer hij het over zijn favoriete wijn heeft. Ik kon het niet laten en heb het meteen gezocht én gelezen. Scientia Potentia Est.
Daarna kwam de Moulin A Vent Grande Cuvee – Domaine la Buyère. Beaujolais, hoe meer je er van drinkt, des te aardiger wordt je vrouw, des te trouwer je vrienden, des te zonniger je toekomst en des te dragelijker de mensheid volgens Gabriel Chevallier. Dus wie ben ik om te zeggen dat dit niet zo is. Ik besefte op dit punt ook dat smaken relatief zijn, niet alleen van mens tot mens maar ook van fles tot fles. Het hangt zo hard af van wat je ervoor geproefd hebt en dat wijnproeven zwaar is want bij deze nummer zes, was ik niet meer in staat me volledig te laten doordringen van smaken en geuren. Niet omdat ik te beneveld was, verre van, daar had mijn teergeliefde goed op gelet door telkens na een nipje van mij, mijn glas snel en grondig te legen, soms in de spieton maar vaker in zijn eigen mond. Het is een beetje zoals de hele dag in Musée d'Orsay rond te lopen als je de dag ervoor al een hele dag in het Louvre hebt doorgebracht. Het lijkt de hemel op aarde maar je hersenen stoppen op een gegeven moment met het percipiëren van de esthetica. Niets aan te doen, voldaan is voldaan.
De Château du Prieuré des Mourgues Grande Réserve 2009 en de Saint-Joseph Les Gruyeres Perret 2011 met de zeer lange kurk (54 mm) en dus lang bewaarpotentieel en de Vosne Romanee les Beaux Monts, Premier Cru gingen een beetje aan me voorbij. Dat kan zijn omdat het vooroordeel van vrouwen en witte wijn toch niet helemaal uit de lucht gegrepen is maar het kan ook zijn omdat mijn teergeliefde me danig in bescherming nam tijdens de tweede helft van de proeverij door onder andere mijn glas weg te nemen en zijn glas te delen met me a ratio 1/10. De vincoeurist die secretaris was en zeer nauwgezet alles noteerde terwijl ik penloos zat te genieten op de bewuste avond – merk ik tijdens dit schrijven en bekijken van zijn notities – liet ook wat enthousiasme varen en vooral de superlatieven vallen naar het einde van de avond toe, maar eigenlijk kan dat ook niet anders, laat ons niet vergeten dat we hier wijn proeven.
En wanneer de wijn is in de man...
dan is ze vooreerst al zeker niet in de vrouw, toch niet als ze een glas delen.