donderdag 13 juni 2013

Vilten

Zowel het woord als het materiaal brengt bij mij een zintuiglijke betovering teweeg.
Deze prehistorische ambacht - en hier valt geen greintje ironie te bespeuren, de oudste viltwerken zijn geschat op zesduizend vijfhonderd jaar - is een van mijn hartstochtelijke bezigheden.
Terwijl mijn lief zich op zijn eigen hartstochtelijke bezigheid, namelijk zijn VinCoeur stortte de afgelopen eerste dinsdagen van de voorbije maanden, viltte ik noest een geschenk in elkaar. Het weer deed op die late avonden fideel mee zodat ik me in een prehistorische grot of minstens in een Keltische plaggenhut waande terwijl het buiten koud en nat was en ik me bij het licht van het vuur in de kachel en wat kaarsen - want zo spendeer ik het liefst mijn avonden alleen - volledig kon overgeven aan dat gruwelijk gevaarlijk instrument, de viltnaald, een ijzingwekkende scherpe naald met minuscule maar genadeloze weerhaakjes. Het grof gerasp van de naald in de wol en de onderliggende bescherming klinkt als muziek in mijn oren en past bij het geluid van een brandend vuur zoals erwtjes bij worteltjes passen.
Zes viltnaalden en een veelvoud uren later was mijn handgemaakte liefdesbetoog klaar en het mooiste van al - vond mijn lief - is dat ik het gemaakt had terwijl hij er niet was, want hij gruwt van het geluid van de viltnaald.
De gustibus et sonus non est disputandum.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten